door Henk | aug 23, 2017 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Hondskruid
Het orchideeënseizoen is nu wel voorbij. Misschien nog in het oosten van het land de zeldzame Herstschoeforchis, maar daar ga ik niet naar zoeken. Ter afsluiting nog wat late orchideeën dichter bij huis.
Hondskruid – Anacamptis pyramidalis
Ik begin met het Hondskruid hierboven als opening van deze blog. Bij Wijk aan Zee, letterlijk onder de rook van Hoogovens, nou ja Tatasteel zoals het tegenwoordig heet. In de duinen een aantal mooie beelden van staal en ertussenin, als contrapunt dan groepjes Hondskruid. Hier ook nog een close-up.
Hondskruid – Anacamptis pyramidalis
De Welriekende nachtorchis is ook vrij laat en nog dichter bij huis. In het Amsterdamse bos.
Welriekende nachtorchis – Platanthera bifolia
Hiervan geen groepjes, maar een solitaire soort. Wel mooi met tere kleuren.
Welriekende nachtorchis
Een van de laatsten is de vrij algemene Brede wespenorchis. Die staat bij mij op de stoep, dus ik kan goed zien wanneer die bloeit en wanneer die is uitgebloeid. Het exemplaar hier is overigens niet bij mij voor de deur. Wel mooi in het tegenlicht.
Brede wespenorchis – Epipactis helleborine
Uit de serie ‘Wespenorchis’ dan ook nog de Moeraswespenorchis. Mijn theorie is, dat als de omstandigheden goed zijn, soorten vaak in overvloed voorkomen. Als de omstandigheden niet goed zijn verdwijnen ze. Dat geldt speciaal voor de Moeraswespenorchis.
Moeraswespenorchis – Epipactis palustris
Op de plek waar het ze bevalt zijn het gelijk hele partijen. Orchideeën planten zich voort via fijn stofzaad, dat dan alleen kan ontkiemen met behulp van speciale schimmels. Het heeft dan ook geen zin orchideeën-zaad te oogsten en in de tuin uit te zaaien. Een andere manier van voortplanting is dmv uitlopers van de wortels. Deze methode wordt oa. Gebruikt door de Moeraswespenorchis, dit is de reden dat je ze vaak in tapijtjes vindt.
Moeraswespenorchis
Deze methode van voortplanting werkt ook voor de laatste soort van vandaag, de Dennenorchis.
Dennenorchis – Goodyera repens
Alleen verdwijnt hierbij de oude plant. Reden waarom deze soort weer zeldzamer is dan de Moeraswespenorchis. Zo zeldzaam zelfs dat er eigenlijk maar twee vindplaatsen in Nederland over zijn, namelijk de Waddeneilanden en de duinen bij Bergen. Buiten Nederland ook zeer zeldzaam. Het plantje is maar ongeveer 8 cm hoog en kan gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Toen ik lag te fotograferen in Bergen werd ik aangesproken door twee oudere dames die vroegen wat ik zag. Na uitleg zeiden ze dat ze al dertig jaar ongeveer dagelijks hier langs kwamen maar de Dennenorchis nooit hadden opgemerkt. Hierop zei ik dat ze de volgende dertig jaar er zeker niet meer onopgemerkt voorbij konden lopen.
Volgend jaar op zoek naar meer soorten, wordt vervolgd.
door Henk | jul 14, 2017 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Oliver, de jonge Steenuil, in zacht middaglicht. Symbool van de wijsheid. Contemplatief en beschouwend
Dit is het verhaal van een steenuiltje. Laten we hem voor het gemak Oliver noemen.
Het verhaal van Oliver begint medio April, als zijn ouders paren. Zijn ouders zijn al jaren bij elkaar, Steenuilen zijn monogaam en vormen een paar voor het leven.
Volwassen Steenuil, ouder van Oliver.
Het resultaat van de paring is vier mooie eieren. Dat is een gemiddeld aantal. Het aantal eieren varieert meestal tussen de 3 en 5. De eieren worden met twee dagen verschil gelegd en de moeder van Oliver begint pas met broeden als het voorlaatste of laatste ei is gelegd. Dat is belangrijk, want dat betekent dat de eieren allemaal vrijwel tegelijk uitkomen en de jongen dus nagenoeg gelijk groot zijn. Bij andere (roof)vogels is dat weleens anders, daar wordt begonnen met broeden bij het eerste ei. Dit leidt er dan toe dat het oudste jong beduidend groter is dan het laatste en vooral in tijden van voedselschaarste heeft het kleine, laatste jong weinig kans. Maar dus niet bij Steenuilen.
Jonge Steenuil op een oude boerenhek.
Het vrouwtje broedt alleen, het mannetje zorgt voor het voedsel. Tijdens de broedpauzes gaat het vrouwtje zelf ook nog op jacht, zeker als het voedselaanbod krap is. Het broeden duurt ongeveer vier weken en is dus een exclusief vrouwelijke taak. Na die vier weken kruipt Oliver dus bijna gelijk met zijn broers en zussen uit het ei. De mannetjes verzorgen de bevoorrading, voor het grootste gedeelte regenwormen. Oliver blijft ongeveer 30 dagen in het nest, Hij klimt al vaak al uit het nest hoewel hij eigenlijk nog niet goed kan vliegen . Na zo’n uitstapje klimt Oliver dan weer terug het nest in .
Jonge Steenuil klautert rond op een melkton
Gelukkig heeft de boer waar de ouders van Oliver hun nest hebben geen gladde kraag onder het nest gemaakt, bv om marters tegen te houden. Hoewel goed bedoeld leidt het er toe dat Oliver niet meer kan terugklimmen in het nest en zou omkomen. Een week na die dertig dagen kan Oliver vliegen. Hij blijft nog ongeveer 5 weken binnen het territorium en wordt nog door zijn ouders van voedsel voorzien. Na die vijf weken is het afgelopen en verlaat Oliver het territorium van de oudervogels om zelf in de omgeving een eigen territorium te zoeken. Het is dan ongeveer eind Juli. Na ongeveer een jaar is Oliver zelf ‘geslachtsrijp’ en begint het feest opnieuw.
Oliver de Steenuil zal uitgroeien tot een relatief kleine vogel, tussen 21-23 cm. Kleiner dan bv. een duif. Hij is een bodemjager, muizen als voornaamste voedselbron, maar ook wormen en insecten. Zo nodig rent Oliver achter zijn prooi aan, een koddig gezicht. Hij zal een eigen territorium creeeren, exclusief, dus zonder overlap en afgezien van zijn partner zal hij absoluut geen andere Steenuilen dulden.
Oliver heeft een hoog schattig gehalte, maar is toch echt een roofvogel. Anders dan andere roofvogels (drie tenen naar voren, een naar achter) kan Oliver ook nog een extra teen naar achter draaien om zijn prooi (veelal muizen) nog harder vast te knijpen totdat hartslag stokt.
Volwassen Steenuil met muis
Hij is een vogel van kleinschalige landbouwgebieden, van schuren, veestallen, holle bomen etc. Het zal dan ook geen verwondering wekken, dat daar waar de landbouw en veeteelt intensiever wordt, de steenuil verdwijnt. Bijvoorbeeld door het rooien van alle oude, holle bomen. Vergelijk met name Groningen en Friesland, waar de Steenuil nauwelijks meer voorkomt, met de Achterhoek en Limburg, waar je in Nederland nog de dichtste populaties vindt. Het was in de Achterhoek, waar ik na een flinke tijd zoeken een mooie plek vond om de Steenuilen van vandaag te bewonderen.
Hoewel Oliver over het algemeen ’s avonds en ’s nachts jaagt geldt voor hem en andere steenuilen dat het ook echte zonaanbidders zijn. Je vindt hem vaak zittend in het zonnetje, wel vlak bij een plek waar hij zich in geval van nood snel in veiligheid kunnen brengen. Het helpt dat ze een vast territorium hebben, waar hij alle hoeken en gaten kent.
Volwassen Steenuil in laatste avondlicht
De steenuil is vernoemd naar de godin Athena. De latijnse naam van de Steenuil is Athena noctua. De nachtelijke Athena. Goden en godinnen konden in het oude Griekenland verschillende gedaantes aannemen en een van de gedaantes van Athena was Athena Glaukopis, de uil-ogige Athena. In die gedaante werd zij vaak afgebeeld met haar symbool, de Steenuil. De Steenuil was daarmee ook de vogel van de wijsheid.
Het z.g. schattige van steenuilen is iets van deze tijd, vroeger hadden uilen vaak een negatief imago. Uilen werden vaak ook beschouwd als ook brengers van slechts nieuws met hun felle kreten en hun nachtelijke verschijning. Die grote gele ogen zouden ook de maan weerspiegelen en droeg ook niet bij aan het goede imago. Zo erg als kerkuilen, die vaak door boeren aan schuurdeuren werden gespijkerd om onweer en onheil af te wenden was het niet, maar de schrille kreten van steenuilen werden niet altijd gewaardeerd.
Grote gele ogen die de maan weerspiegelen
Ondertussen is het in de Achterhoek later geworden en neemt het licht snel af en de ISO waarden bij het fotograferen snel toe. Het einde van onze fotosesssie. Als we volgend jaar weer op dezelfde plek zijn, zullen we waarschijnlijk ook weer de uil met de 8 op zijn pootring zien.
We nemen afscheid van Oliver en zijn ouders. Oliver zullen wij waarschijnlijk niet terugzien en we wensen dat hij mag opgroeien tot een mooie jonge Steenuil.
Close-up van volwassen Steenuil met nog levende muis
door Henk | jun 25, 2017 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Rood Bosvogeltje, Provence 2017
Wereldwijd zijn er ongeveer 30.000 soorten orchideeën. Orchideeënsoorten maken daarmee ongeveer 10% uit van de totale plantensoorten. Als ik de veldgids “Wilde Planten van de Benelux”van van der Meijden e.a. neem, tel ik daar ongeveer 1400 verschillende plantensoorten in Nederland, 10% hiervan is 140. Als ik dus de 10% lijn zou doortrekken zouden we in Nederland 140 verschillende orchideeën moeten tegenkomen. Maar dat lukt niet, de meeste orchideeën komen in tropische gebieden voor en wij zijn slechts matig bedeeld met 40 soorten.
Vandaag drie relatieve zeldzaamheden, de Groenknolorchis, de Honingorchis en het rode Bosvogeltje.
Groenknolorchis
De Groenknolorchis. Beschreven als zeer zeldzaam in de Nederlandse duinen. In Vlaanderen nog maar op 1 plek. Een onooglijk plantje met nauwelijks opvallende bloemen. Pas als de bloemen zijn bestoven zet het vruchtbeginsel wat op, waardoor de bloemetjes wat beter zichtbaar zijn. De voortplanting gaat voornamelijk vegetatief, ieder jaar wordt een nieuw knolletje gevormd. Het is een pionierssoort, als de omstandigheden goed zijn verschijnt de Groenknolorchis als een van de eersten, maar wordt ook vrij snel weer verdrongen bijvoorbeeld door Duindoord, of als het terrein meer ruiger en begroeid raakt. Een vroege soort, nu midden/eind Juni loopt de bloei op zijn eind en zult u de Groenknolorchis niet meer tegenkomen.
Groenknolorchis, closeup van de bloem
Dan de Honingorchis. Ook zo’n zeldzaamheid. Op de site van Natuurfoto.nl stond in 2013 dat de soort vrijwel verdwenen was, met nog slechts een gekende plek. De latijnse naam is Herminium monorchis, waarbij Hermanium komt van het griekse hermis, zuil en mono-orchis erop duidt dat er maar een knolletje is.
Honingorchis
Ondertussen gaat het iets beter, maar de kans dat u er tijdens uw wandeling over struikelt is nog steeds niet heel groot. Ook een soort van de “Rode Lijst” dus sterk bedreigd. Als je heel diep voorover buigt (de schoonheid is maar 10cm hoog), kun je honing ruiken, vandaar de naam.
Groepje Honingorchis
De derde soort hier is het Rode bosvogeltje. In Nederland van de rode lijst gehaald, omdat de soort niet meer voorkomt. In de Veldgids van van der Meijden staat het Rode bosvogeltje nog wel vermeld.
Rood bosvogeltje, Provence-Frankrijk, 2017
Hier ietsje gesmokkeld, deze soort heb ik gevonden tijdens de vakantie in de Provence. Ik had bij een plaatselijke deskundige geïnformeerd, maar die liet me weten dat het ‘seizoen’al over was, dat ik alleen nog wat ‘Epipactis’ soorten zou aantreffen (Wespenorchis), maar dat ik voor de rest te laat was. Ik was daarom dubbel blij dat ik bij toeval tegen het Rode bosvogeltje aanliep. Mijn blijdschap werd enigszins getemperd toen ik nog twee exemplaren vond waarvan de bloemetjes ware afgeknipt. Naar mijn idee een van de mooiste soorten en als je er voor open staat lijkt het inderdaad wel een vogeltje. Mijn volgende orchideeënportretje zal gaan over drie iets algemene soorten, de Brede wespenorchis, de Moeraswespenorchis en het Hondskruid.
door Henk | mei 19, 2017 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Visdief loopt blauwtje
Visdiefjes zijn de meest algemene van de Nederlandse sterns. Erg verwant aan de Noordse stern. Het meest kenmerkende verschil met de noordse stern is, dat visdieven meestal een zwart puntje aan hun rode snavel hebben.
paartje visdieven met kenmerkende zwarte snavelpunt
Hun nesten hebben ze vaak op kale eilandjes waar ze veilig zijn voor predatoren. Ze leggen bruine, gevlekte eieren. Soms twee legsels per seizoen. De broedtijd bedraagt ongeveer drie weken.
Midden Mei had ik de gelegenheid de Visdiefjes van redelijk korte afstand te bekijken. Dat is altijd een genoegen. Het zijn dynamische vogels en er gebeurt altijd wat.
Visdief dichtbij
Ik kon nog geen legsels ontdekken, maar de paartjes waren al wel gevormd. Ook werd er nog volop gepaard.
Parende visdieven
Na afloop van de paring
Het eilandje waar ze op zaten is ook aantrekkelijk voor Kluten.
Kluten zitten al op de eieren.
Een van de Klutenparen zat al op de eieren en dat leverde geregeld grensconflicten op, met een hoop over en weer gepik.
Grensconflict
Tijdens de paarvorming biedt het mannetje het vrouwtje regelmatig een visje aan om de relatie te bestendigen. Als het mannetje in zicht komt, begint het vrouwtje hard te schreeuwen, het mannetje reikt het visje aan dat met één slok verdwijnt.
Visje wordt geaccepteerd
Op een bepaald moment kwam er dit mannetje met een mooi visje.
Man met vis
Ik verwachtte dat het vrouwtje meteen zou toehappen, maar kennelijk was dit niet de gekozen partner. Ondanks het smakelijke hapje, werd het mannetje volkomen genegeerd. Het was net of hij er niet was, lucht. Hij wandelde nog een tijdje om het vrouwtje heen, maar zij bleef doen of hij lucht was.
Zij poetst de veren en doet of hij niet bestaat.
Uiteindelijk werd het visje maar zelf opgegeten.
Dan maar zelf opeten
Het blauwtje dat het mannetje hier liep was zo diepblauw, dat het pijn deed aan de ogen. Maar wel weer een unieke ervaring.
Visdief met visje
door Henk | mei 18, 2017 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Vechtende grutto’s
Het is lente en paartijd. Dan jagen de hormonen de grutto’s door het lijf. Er ontstaat weleens een kleine ruzie, en soms mag je daar dan getuige van zijn. Ik was de gelukkige toeschouwer en hoewel ‘not the real thing’ wil ik u ook deelgenoot maken met wat plaatjes.
Om het geheel in te kleuren heb ik de grutto’s enig menselijk gedrag toegedacht.
Het begint allemaal met de ontmoeting in Friesland.
Grutto ontmoeting
De twee grutto-vrienden hebben elkaar het laatst ontmoet in de rijstvelden van Senegal in West-afrika. Ze hadden daar samen gefourageerd in de rijstvelden. In de zomer eten ze voornamelijk dierlijk voedsel, bijvoorbeeld wormpjes die ze met hun lange gevoelige snavel uit de rond wurmen. Maar in de winter en tijdens de trek zijn ze vegetarier.
Nadat onze vrienden tijdens de lange trek vanuit West-Afrika elkaar uit het oog waren verloren, kwamen ze dus elkaar hier in Friesland weer tegen. In het begin was de stemming goed, maar al snel ontstond een ruzie-achtige sfeer en vlogen de verwijten over en weer. Mijn kennis van het Grutto’s is niet zo dat ik kon verstaan waar het over ging, maar ik kreeg de indruk dat het over een vrouwtje was. Zoiets als “ik zag je wel naar haar kijken hoor”. Het is tenslotte paartijd en zoals gezegd staan ze dan strak van de hormonen.
Grutto discussie
Al snel ontaardde de discussie in handgemeen voorzover je dat bij grutto’s kunt zeggen. Een hoop gefladder en gepik naar elkaar. Aanvallen en schijn aanvallen.
gefladder en gepik
Tenslotte moet er een de wijste zijn en die keerde de ander de rug toe. Nog een laatste schijnaanval na.
grutto gaat ervandoor
nog een laatste aanval na
De afgedropen Grutto koos het luchtruim, waar hij nog even luid zijn ongenoegen ventileerde.
Grutto vliegt weg
Nog even een laatste opmerking, meer aan zichzelf in de trant van ‘hij zakt er maar in’ en weg was hij.
Gruttos gaat ervandoor
De overwinnaar keerde terug naar zijn maten, met zijn staart nog wat in de war.
grutto met staart in de war
Even later zat alles weer goed en keerde de rust weer in de Friese weiden.
rust keer weer-6128
Na deze opwindende blog zal ik u de volgende keer wat meer vredige grutto plaatsjes voorschotelen. Maar dit kleine dispuut wilde ik u niet onthouden. En och het komt inde beste families voor.
Tenslotte heb ik mijn mooiste plaatje voor het laatst bewaard en in hoge resolutie. Klik hier voor de foto op volle breedte en in hoge resolutie.
door Henk | mei 8, 2017 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Ik probeer ieder voorjaar naar Friesland te gaan om boer Murk naar de weidevogels te kijken. In het verleden hebt u hier ook wat foto’s en blogs van gezien. Murk doet goed werk voor de weidevogels en de plek wordt ook steeds populairder bij collega-fotografen. Het gevolg is wel dat ik langer tevoren moet gaan reserveren en dan kan het weer tegenzitten. Deze maandag was dus een donkere en regenachtige dag. Daardoor waren er minder vogels en ook minder soorten. Desondanks hier mijn voorjaars-weidevogels portretten. Niet veel tekst dit keer alleen wat foto’s.
Grutto tussen de paardenbloemen
Wel grappig om te horen hoe smaken verschillen. Van de serie foto’s vandaag is dit mijn voorkeur. De grutto in zijn natuurlijke omgeving. Sandra vroeg zich echter af waarom die vogel zo klein is afgebeeld. Duidelijk niet haar favoriet.
Grutto in de regen
Dus dan maar wat groter, hopen dat die wel bevalt. let op de regenstralen. Gelukkig zat ik binnen.
Slobeend
Bergeend
Scholekster
Een natte schol. Volgens mij heet dat Ton-sur-Ton, die mooie, helderoranje snavel en dan het bijpassende oranje oog.