door Henk | mei 31, 2020 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Vorig jaar had ik een aardige verzameling opgebouwd van foto’s van Nederlandse Wilde Orchideeën. De meeste foto’s zijn genomen in Noordholland. Ik was van plan mijn actie-radius wat uit te breiden, om ook soorten te fotograferen die hier in de omgeving niet of zelden voorkomen. Helaas kwam daar het nodige tussen. Zo kon geen tripje maken naar Zeeland, en ook het Gerendal in Limburg is onbereikbaar, temeer daar Staatsbosbeheer het dal heeft afgesloten om de bekende reden. Dus restte mij toch weer mijn eigen omgeving. Nu is dat geen straf, er zijn hier prachtige gebieden. Berkheide en Meijendel bij Wassenaar, het Naardermeer en het Kennemerstrand. Hierbij wat impressies van wat ik hier, tweede helft van mei heb aangetroffen. En het seizoen moet eigenlijk nog beginnen.
Steenrode orchis
Eerst Berkheide. Enige tijd terug is in Nederland de Steenrode orchis aangetroffen. Toen dat bekend werd reageerden een aantal mensen met de mededeling dat er ook een populatie staat in Meijndel en in Berkheide. De locatie kregen wij door van een bevriend natuurforser. Hij was er zelf een week eerder geweest, maar alleen nog wat bladrozetten. Wij vonden een week later wel een flink aantal bloeiende exemplaren. Het is een ondersoort van de Vleeskleurige orchis. En het kenmerkende verschil is de duidelijk donkerpaarse kleur.
Vleeskleurige Orchis, Meijendell
Dan het Kennemerstrand. Ik ben er twee keer geweest begin mei. Eerst rond 8 mei en vervolgens nog eens anderhalve week later. De eerste keer was er totaal niets te zien. Nog geen omhooggeschoten sprietje van de gele Ratelaar. Laat staan bladrozetten (van de bijenorchis moeten ze er wel geweest zijn, die overwinteren, maar heb ik dus gemist). De twee keer kleine rozetjes, dus een belofte.
Dit keer (29 mei) was het overheersend geel van de Ratelaar met ook al heel veel Rietorchissen er tussendoor. Dat is toch relatief vroeg, beging Juni is de ‘officiële tijd’, net ietsje later dan eind mei. Maar ze stonden er. Nu laat de orchideeën maar komen, ik heb er zin in.
Rietorchis, Kennemerstrand
Na goed zoeken ook nog de Bijenorchis, ook pas aan het begin van zijn bloeitijd. Van veel exemplaren waren de knoppen nog niet open, van deze hier alleen de onderste bloem en aan de helmknopjes te zien, nog niet bestoven.
Bijenorchis, Kennemerstrand
Groenknolorchis, Kennemerstrand
Tenslotte nog een onverwacht genoegen, de Groenknolorchis. Een onooglijk plantje, als je je wijsvinger opsteekt, zo groot is ook deze orchidee. En nauwelijks zichtbaar. De twee die ik hier op de foto heb gezet waren toen ik terugliep al niet meer te vinden.
Nou laat de orchideeën maar komen, ik heb er weer zin in.
door Henk | dec 7, 2019 | Blog, Natuur, Overig |
Rietorchis
Ik ben al een paar jaar lid van het IVN Amstelveen (Vereniging voor Natuureducatie). Het IVN kent diverse werkgroepen o.a. de werkgroep “Fotografie” waar ik deelnemer van ben. Een keer per jaar wordt er in samenwerking met de Paddenstoelenwerkgroep een avond georganiseerd waar we ons werk tonen aan andere leden. Dit jaar was het Fotografie-thema “De Nederlandse Kust”. Prachtige beelden kwamen voorbij van stranden, vogels en meer wat we aan de kust aantreffen. Ik heb een presentatie gegeven over de Orchideeën die aan de Noord-Hollandse kust voorkomen en ik dacht dat het wel aardig was dit verhaaltje ook op mijn website te zetten. Hierbij dus. In Nederland komen zo’n 50 soorten wilde orchideeën voor. De hotspots zijn de kalkgraslanden in Zuid-Limburg, de veenweidegebieden in Drenthe en dan de Nederlandse kuststrook. Van alle in Nederland voorkomende orchideeën kun je de helft aantreffen aan de kust. Wat Zuid-Limburg en de kust gemeen hebben is … kalk. De kalk in het Limburgse landschap is verklaarbaar doordat hier in het krijt, het geologisch tijdperk dat duurde van 145 miljoen jaar geleden tot 66 miljoen jaar geleden een zee stond. De kalkskeletten van gestorven zeedieren zakten naar de bodem en vormde op den duur een dikke laag kalk (de huidige mergellagen). De Nederlandse orchideeën soorten zij liefhebbers van arme, kalkrijke gronden en voelen zich dus prima thuis in Limburg. Maar de kuststrook dan. Kalk is makkelijk oplosbaar in water en de grote rivieren zorgen dan ook voor een voortdurende aanvoer van kalk. Zonder deze aanvoer zou de kalk snel uitspoelen zouden het snel gedaan zijn met de grote aantallen wilde orchideeën. In het noorden van Noord-Holland is er minder aanvoer van kalk, de duinen zijn daar ‘grijzer’, de grens ligt ergens bij Bergen. Blonde duinen in het zuiden, grijze duinen in het Noorden, met andere planten gemeenschappen en andere orchidee soorten. We beginnen onze tocht in het noorden van de provincie, het Zwanenwater. Een prachtig gebiedje met veel natte duinvalleien die al tijden niet bewerkt of bemest zijn en daardoor hun voedselarme kwaliteit hebben behouden. Het opkomende duinwater is ook van goede kwaliteit, dus alle voorwaarden zijn er voor een mooie orchideeën populatie. Dat begint midden mei met als eerste de Brede Orchis. Deze soort behoort tot de handekenskruiden, een groepje orchideeën die lastig zijn te determineren en vaak ook nog onderling kruisen. Maar hier dus de brede orchis.
Brede orchis
Een veld met Brede orchis
Brede orchis tussen het gras
De Brede orchis wordt vanaf eind mei opgevolgd door de Riet orchis.
Een soort die wat iconisch is voor de Nederlandse orchideeën. Een ander exemplaar dat we er vinden is de Gevlekte orchis.
Gevlekte orchis
Tenslotte in het het rijtje handekens kruiden die we vinden in de natte duinvalleien van het Zwanenwater is de Vleeskleurige orchis.
Vleeskleurige orchis
Handekenskruiden heten overigens zo omdat de knolletjes lijken op twee uitgestoken vingertjes. Tussen deze paarse schoonheden staan ook de bloemen van de Grote keverorchis.
Grote Keverorchis
In deze bloemetjes zou je met veel fantasie kevertjes kunnen herkennen.
Grote keverorchis
Ook vind je er nog al eens de bestuivende boktorretjes op waar de naam ook vandaan kan komen. Om deze kevertjes te lokken verspreid de Keverorchis een muskusachtige geur die erg aantrekkelijk is voor de bestuivers. Een heel tere schoonheid die je hier tegenkomt is de Welriekende nachtorchis.
Welriekende nachtorchis
Welriekende nachtorchis detail
Prachtige witte bloemetjes, bijna van doorzichtig porselein. In de avond en ’s nachts schijnt deze orchidee een geur te verspreiden die nachtvlinders aantrekt. Tenslotte in het Zwanenwater een van mijn favorieten, de Bijenorchis.
Bijenorchis
Bijenorchis
De naam komt van de vorm die op een bij schijnt te lijken (als je graag wilt). De Bijenorchis komt in bloei begin juni, in de tijd dat er ook Darren zijn van wilde bijen. De darren proberen te paren met de orchis, komen er dan achter dat ze zijn gefopt en vliegen gefrustreerd weg. Bij deze schijnparing hebben ze echter al wat pollen op hun rug gekregen. De frustratie leidt ertoe dat ze niet meteen opnieuw een schijnparing doen met de naastgelegen Bijenorchis, maar dat ze een stukje wegvliegen voordat ze nieuwe poging doen. De frustratie zorgt er op deze wijze voor dat er genetische variëteit blijft bij de Bijenorchis. Deze samenhang, de bloeitijd op een moment dat er al we Darren zijn, maar nog niet zo veel vrouwtjesbijen, de frustratie etc is een voorbeeld hoe alles in de natuur samengrijpt en volgens mij nog een van de vele onbegrepen wonderen. Dus deze bestuiving zorgt voor genetische variëteit en dat is nodig, omdat een groot gedeelte van de voortplanting bij deze orchis plaatsvind dmv zelfbestuiving waar uiteraard geen variatie plaatsvindt.
We zakken nu af naar de Schoorlse duinen. De zogenaamde grijze duinen, er is hier minder kalk dan in het zuiden van de Provincie. Maar wat hier wel zijn zijn oude Dennenbossen en dat is wat de Dennenorchis nodig heeft.
Dennenorchis
Een heel klein plantje waar je makkelijk overheen kan kijken. Maar wel een zeldzaamheid. Naast Texel en in de provincie Drenthe vind je alleen hier in de Schoorlse duinen een kleine populatie. Ik sprak mensen die er dagelijks langs wandelen en die het nooit was opgevallen dat hier de zeldzame Dennenorchis staat.
Dan nog meer zakken naar de duinen bij Tatasteel voor het Hondskruid.
Hondskruid
Anacamptis pyramidalis.
Hondskruid
De naam zegt iets over de vorm, een schuin torentje van paarse bloempjes. Vrij zeldzaam en ten gevolge van de opwarming verschuift zijn verspreidingsgebied naar het Noorden. Het blijkt dat als de omstandigheden goed zijn, soorten massaal kunnen voorkomen. Hier in de duinen van Tatasteel hoef je niet lang te zoeken om het hondskruid tegen te komen. Let als je hier komt ook eens op het Bremraap, een vrij zeldzame halfparasiet.
Tenslotte het laatste gebied dat ik vandaag wil noemen, het Kennemerstrand. Het Kennemerstrand is ontstaan bij de verlenging van de Zuidpier zo’n 50 jaar geleden. Het natuurgebiedje wat toen ontstond is in 2012 gedeeltelijk vrijgemaakt van wilgenopslag en struiken om zo de natte duinvalleien meer ruimte te geven. Zo rond het begin van deze eeuw is ook nog het grondwaterpeil omhoog gekomen doordat er minder grondwater werd opgepompt. En sinds dit jaar worden aan de Oostzijde honden geweerd. Alles bij elkaar heeft dit geleid tot een gebied waar vele orchideeën zich thuisvoelen en zijn opeens ook wat zeldzame soorten opgedoken. De Rietorchis
is uiteraard ook hier te vinden. Zijn paarse bloemen tussen de gele bloemen van de grote ratelaar vallen onmiddellijk op.
Een andere soort die je hier in grote getale ziet is de Moeras wespenorchis.
Moeraswespenorchis
Het is een broer van de Brede wespenorchis, de meest algemene soort in Nederland.
Brede wespenorchis
De Moeraswespensorchis plant zich voor door middel van worteluitlopers. Als er dus enkele voorkomen vormen zich al vrij snel velden en een behoorlijke populatie. In deze jonge duinvalleien met veel schelpkalk en door het voedselarme, mineraalrijke grondwater voelt de Moeraswespenorchis zich hier prima thuis. Dan twee meer zeldzame soorten, allereerst de Groenknolorchis,
Groenknolorchis
die hier op het Kennemerstrand een van zijn weinige plekken heeft gevonden in Nederland. Hij is heel zeldzaam en ook Europees beschermd. En dan de Honingorchis,
Honingorchis
Honingorchis
klein maar met een bedwelmende honinggeur. U kunt er nu rustig aan ruiken zonder dat u bang hoeft te zijn dat een hond u bespringt, een minder prettige ervaring die ik een tijdje terug had. Maar het bloemetje is maar 10 cm hoog, dus ik moest door de knieën. Hij was in Nederland bijna verdwenen en staat nu op de rode lijst, hier dus te bewonderen. Dan langs de wegen aan de kust vind u de Brede wespenorchis, zoals gezegd, de meest algemene soort in Nederland, zo algemeen dat toen ik de gemeente Haarlemmermeer belde om te vertellen dat een exemplaar tegenover mijn huis bij het reguliere onderhoud was gesneuveld, mij werd verteld dat die zo algemeen is, dat de gemeente die gewoon meemaait dus dat ze niet voor mij konden betekenen. Dat geldt gelukkig niet voor het laatste exemplaar van vandaag, de Bokkenorchis.
Bokkenorchis
Bokkenorchis
Ook vrij zeldzaam. Het bladrozet wordt al in de winter gevormd en is vorstgevoelig. Reden waarom deze soort in Nederland nog niet veel is doorgedrongen, maar door de opwarming, schuift ook deze soort steeds verder naar het noorden. Dus zo maar opeens in de berm van de kustwegen kunt u deze beauty tegenkomen, een prachtig exemplaar om vandaag mee af te sluiten. Ik mis nog een paar soorten, zoals de uiterst zeldzame Harlekijn en de wat algemenere Grote muggenorchis, dus tips zijn welkom. Ik hoop u met deze korte rondleiding wat inkijk te hebben gegeven in de orchideeën van de kuststrook. Ga erop uit het is beslist de moeite waard.