Petten is een dorp in Noord-Holland, gelegen aan de Noordzee. De duinenrij is hier op zijn smalst en daardoor was Petten erg kwetsbaar in tijden van vloed. Het oudste dorp Petten wordt al vermeld rond 750. Maar het ‘officiële’ bestaan gaat terug tot 1300, Petten bi der Sipe. In 1421 tijdens de Sint-Elizabethsvloed (19 november, de naamdag van Sint-Elizabeth) is het dorp in zee verdwenen. Het werd weer opgebouwd, maar in 1625 verdween een gedeelte van Petten opnieuw in de zee. Eerst ruim honderd huizen. Vervolgens helemaal in 1792. Slechts een Kerk bleef behouden. De laatste keer tenslotte verdween Petten in de 2e Wereldoorlog, op last van de Duitsers als onderdeel van de werkzaamheden aan de Atlantikwall. Alleen het koloniehuis en een paar vakantiewoningen bleven dit keer gespaard. In 1946 werd begonnen met de wederopbouw van het dorp Petten zoals we dat nu kennen.
Van Hondsbossche Zeewering naar Hondsbossche duinen. Om de kwetsbaarheid van het achterland te verminderen werd in 1793 begonnen met de aanleg van de Hondsbossche zeewering. Tussen 1870 en 1873 nog eens extra versterkt met Basaltblokken. Dat is de Hondsbossche Zeewering zoals ik die kende. Ik was dan ook erg verbaasd toen ik in 2017 op de dijk was en de basaltblokken zocht. Het bleek dat dit gedeelte van de Noord-Hollandse kust was aangewezen als een van de “Zwakke Schakels”. Als versterking werden in 2013 en 2014 35miljoen kubieke meters zand opgespoten. Ondertussen zijn hier duinen ontstaan die dus nu de Hondsbossche duinen heten en Petten (en Nederland) weer een flinke tijd veilig moeten houden
.
Palendorp bij Petten
Het Palendorp. Nadat de werkzaamheden waren afgerond heeft de aannemerscombinatie “Van Oord – Boskalis” een monument geschonken. Het werd het Palendorp. Door middel van 160 palen wordt het in zee verdwenen dorp Petten gesymboliseerd. De lage palen voor de huizen en 9 heel hoge Palen die de kerk symboliseren. De Palen steken ook bij hoogwater nog boven de zeespiegel uit, vanwege de veiligheid. Tussen de hoge palen is ondertussen spontaan een schommel verschenen.
Palendorp met schommel
Het Palendorp is een geliefd uitstapje geworden voor een strandwandeling.
Palendorp met Spot (zo een hond hoort Spot te heten)
Op een buitenlandse website kwam ik een beschrijving tegen van de molens bij Kinderdijk en ik realiseerde me dat ik daar nog nooit was geweest. Terwijl het toch Unesco werelderfgoed is. Tijd om dit goed te maken. Eén keer per jaar zijn de molens een week lang ’s avonds verlicht en dat leek mij een mooie gelegenheid er naar toe te gaan en te proberen wat foto’s te maken. Het probleem is natuurlijk dat als je eerste bezoek ’s avonds is, je niet weet waar je moet staan en wat de mooiste fotolocaties zijn. Dat betekent dus eerst maar een verkenningsreisje. Op vrijdag met S. naar Kinderdijk.
Kaart Kinderdijk
Kinderdijk ligt in de Alblasserwaard, een polder ingeklemd tussen Lek en de Noord. Er staan 19 molens, 2 x 8 in twee molengangen (daarover straks meer) en 3 losse, een wipmolen “De Blokker” (bovenhuis met staart draaibaar, dus niet alleen de Kap) de Lage Molen en de Hoge Molen. De 16 van de twee molentochten zijn allemaal gebouwd rond 1738 – 1740. U herinnert zich van school vast nog wel Floris V, graaf van Holland. Hij was het die in 1277 inzag, dat als Holland effectief de Polders wilden beheren er een individueel belang overstijgend bestuursorgaan moest komen, liefst ook nog min of meer democratisch gekozen. (waarbij boeren later een vaste zetel kregen, de z.g. geborgde zetels, medeoorzaak van het huidige probleem van de huidige lage waterstanden). Dat werden dus de waterschappen en waar de waterschappen van de Alblasserwaard onder de eersten waren. De twee rijen molens werden dus gebouwd door het waterschap Overwaard en het waterschap Nederwaard.
Die molens moesten het water uit de Alblasserwaard wegpompen. Dat gebeurden in twee etappes. Eerst werd het water ongeveer 1.40 omhoog gepompt naar wateropvang, een z.g. Boezem. De twee molengangen in Kinderdijk pompen hun water naar de Boezem van de Overwaard en de Boezem van de Nederwaard. De individuele molens worden dan ook geïdentificeerd met Overwaard #3 of Nederwaard #5. Daarna wordt het water weggepompt naar de Lek.
Kinderdijk, Nederwaard #6
De vrijdag werd een verkenningstochtje. Het was aardig bewolkt, dus ideaal fotografen weer. Geen statief of zo mee, wat plaatjes uit de hand. Zelfs met een eigen Ruysdael-momentje, een prachtige Nederlandse lucht.
Kinderdijk, mooie Ruysdael lucht, hier Nederwaard #6
De stand van de wieken. U hebt vast wel eens gehoord dat de stand van de wieken een betekenis hebben. Hier heel beknopt. Als de wieken min of meer loodrecht staan heet dat de korte ruststand. De molen is bedrijfsklaar en kan zo weer aan de slag. De wieken van een molen draaien tegen de klok in. Als de meest lage wiek links van het midden voor de molen staat: Vreugdestand bv bij de geboorte van een Kind. Als je voor de molen staat en de meest lage wiek staat rechts voor de molen is dat de Rouwstand. Tenslotte de lange ruststand, als bv de molen gerepareerd moet worden, de wieken staan dan in een symmetrisch kruis.
We hadden de auto neergezet bij de Molenkade. De Molens van Kinderdijk staan aan openbaar toegankelijke wegen (niet voor auto, wel voor fietsers en voetgangers) en er is geen ‘entreegeld’ Er is wel een soort logische ingang bij de Molenstraat / Lekdijk, met een parkeerterrein en toegang tot het Kinderdijkmuseum. Wij stonden echter bij de Molenkade, waar je ongeveer 1 km loopt naar een bruggetje waar je het mooiste uitzicht hebt.
Vandaaruit nog wat rondgelopen en toen door naar de Lekdijk, waar we heerlijk geluncht hebben bij Grand Café “Buena Vista”, een lekkere Uitsmijter en goede koffie.
Toen op maandag terug met mijn fotovriendin. Ondanks de vele files onderweg waren we flink vroeg. De verwachting was, dat het erg druk zou zijn, maar dat viel gelukkig mee. De plek die ik op vrijdag had bepaald was nog beschikbaar. Het is op de plaats waar je vijf Molens van de Overwaard mooi op rij hebt. De ultieme plek is een klein steigertje, maar die was al bezet. Nadat we onze spullen hadden neergezet begon het wachten. Een langzaam maar zeker werd het donkerder. En rond acht uur ging de verlichting aan. Eerst ging dat nog op in het daglicht, maar langzaam maar zeker kwam de verlichting beter tot zijn recht. Het wachten was op het z.g. Blauwe uurtje dat overigens slechts 30 minuten duurt, een periode waarin de hemel mooi blauw is en natuurlijke en kunstmatige verlichting mooi in evenwicht is. Het werd allengs drukker en de fotografen stelden zich in een mooi rijtje op.
Kinderdijk, Kijkrichting Overwaard, met molens Overwaard 5 t/m 9
Rond kwart voor negen werd het magische moment bereikt en kon ik de foto’s maken die ik in gedachten had.
Kinderdijk, hier de Molens Overwaard 5 t/m 9 in feestverlichting
Daarna werd het snel donkerder en was het mooie licht verdwenen . Nog even wat rondgelopen en gelukkig bood de bewolkte avondlucht nog wat mooie mogelijkheden.
Nog wat extra fotos gemaakt, maar het mooie licht was verdwenen
Rond half tien was het wel uit met de pret en konden we voldaan terug naar Badhoevedorp.
Deze molentocht smaakte naar meer, we hebben vlak in de buurt de Zaanse Schans, dus dat wordt het volgende fotoavontuur. Er zijn wel een paar fundamentele verschillen. Zo is de Zaanse Schans meer een soort openluchtmuseum. De molens zijn in het merendeel van elders naar hier verhuisd. Ook is het soort molens anders, bij de Zaanse Schans zijn het meer “Industriële” molens, een houtzaagmolen, een verfmolen etc. waar het bij Kinderdijk allemaal molens zijn met die zorgen voor het waterbeheer. Maar over de Zaanse Schans later meer. Nu hadden we een heel goed gevoel over Kinderdijk en we gaan zeker nog wel eens terug
Draußen ist das Wetter schrecklich. Der Sturm “Dennis” ist in den letzten Stunden vorbei gezogen, jetzt ist es etwas ruhiger, aber immer noch viel Wind und Regen. Allerdings keine Winterbedingungen, es scheint eher Herbst. Wir sind gerade von einer wundervollen Woche Wintersport im Stubaital zurückgekehrt. Im Dorf Neustift finden Sie Naturresort Forster. Dieses Resort ist seit einiger Zeit unser Lieblingshotel für Wintersport. Ein schöner Komplex mit guten, geräumigen Zimmern. Eine ausgezeichnete Küche mit jeden Tag einer großartigen Speisekarte, oft mit separaten Buffets als Vorspeise oder köstlichen Desserts. Das Personal ist sehr freundlich. Es gibt gute Einrichtungen wie einen weitläufigen Wellnesskomplex, in dem Sie nach einem anstrengenden Tag entspannen können. Wenn Sie einen Blick auf ihre Website werfen möchten, ist hier die Web-Adresse:
https://www.hotel-forster.at/en
Aber wir sind gekommen, um im Schnee spazieren zu gehen und im Tal selbst war es ein bisschen schwierig.
Das Wetter war hier viel zu warm. Es gab Schnee, aber nicht genug für diese Zeit. Bei Tagestemperaturen von 7 bis 8 Grad hätte das nicht anders sein können. Dies bedeutet, dass die Schneegrenze ziemlich hoch sein wird. Für Skifahrer ist das jedoch kein Problem, es gibt hier genügend Lifte und Seilbahnen, die Sie hoch genug bringen. Es gibt auch immer den Stubaier Gletscher, der das ganze Jahr über die Möglichkeit zum Skifahren bietet. Dafür sind wir aber nicht gekommen, wir wollten im Schnee spazieren gehen und konnten unter der Woche etwas weniger als sonst machen. Aber der Schneemangel im Tal wurde durch den höheren Schnee ausgeglichen, und so haben wir ihn gut genutzt.
Wir waren bereits im Oktober 2018 hier, natürlich unter sehr unterschiedlichen Wetterbedingungen. Einen ausführlicheren Bericht finden Sie in diesem Blog unter https://hfanywhere.nl/reizen/blog-059-stubaital/.
Vorerst nur einige Bilder als Eindruck von der Atmosphäre
Nederlandse tekst aan de onderzijde van deze blog.
Buiten is het gruwelijk weer. De storm ‘Dennis’ is de afgelopen uren overgetrokken, het is iets rustiger, maar nog veel wind en regen. Geen echter winterse omstandigheden, het lijkt meer herfst. We zijn net terug van een heerlijk weekje wintersport in het Stubaital. In het dorpje Neustift ligt daar Naturresort Forster. Dit resort is al een tijdje ons favoriete hotel voor de wintersport. Een mooi complex met fijne ruime kamers. Een uitstekende keuken, met iedere dag een geweldig menu, vaak met aparte buffetten voor voorgerechten of voor heerlijke toetjes. Het personeel is uiterst vriendelijk. Er zijn goede voorzieningen zoals een uitgebreid wellness-complex, waar je na een dag vermoeiend wandelen heerlijk kunt relaxen. Als u een kijkje wilt nemen op hun website, hier is het adres:
https://www.hotel-forster.at/en
Maar we kwamen dus om te wandelen in de sneeuw en in het dal zelf was dat wat moeilijk.
Het weer was ook hier wel van slag, veel te warm. Er lag wel sneeuw, maar te weinig voor deze periode. Dat kon ook eigenlijk niet anders met dagtemperaturen van 7 a 8 graden. Dat betekent hier, dat de sneeuwgrens aardig hoog komt te liggen. Voor de echter skiërs is dat geen probleem, er zijn hier genoeg liften en kabelbanen die je hoog genoeg brengen. Ook is er altijd nog de Stubaier Gletscher die de mogelijkheid biedt het hele jaar te skiën. Maar daar waren wij niet voor gekomen, wij wilden wandelen in de sneeuw en dat hebben we dus gedurende de week iets minder dan normaal kunnen doen. Maar het tekort aan sneeuw in het dal wel gecompenseerd door de sneeuw hogerop en daar hebben we dus goed gebruik van gemaakt.
In Oktober 2018 waren we hier ook al, uiteraard onder heel andere weersomstandigheden. Een uitgebreider verslag kunt u in deze Blog lezen https://hfanywhere.nl/reizen/blog-059-stubaital/
Voor nu alleen nog wat plaatjes als sfeerimpressie
Tijdens een van mijn bezoekjes aan een vogelobservatiehut had ik mijn hoop gevestigd op een mooie Buizerd of Sperwer. Ik had al wat foto’s gezien vanuit deze hut en de kans leek redelijk groot. Om de kans nog wat te vergroten was een dode (aangereden) duif neergelegd. Echter de verrassing kwam niet uit de lucht, maar van de grond. Ik zag vanuit mijn rechter ooghoek wat bewegen en draaide de camera langzaam naar rechts.
Boommarter duikt opeens op
Daar verscheen in mijn zoeker een een kop van … een boommarter. Dat was wel bijzonder. Dit was mijn tweede ontmoeting met een marter, de eerste keer was een Steenmarter op het dak van onze vakantiebungalow in de Extremadura. Dat was ’s nachts en uiteraard geen fotomogelijkheid. Maar nu dus een Boommarter. Nadat hij goed om zich heen had gekeken, klom hij op de boomstronk en nam een paar flinke happen van de duif.
Boommarter neemt flinke happen van de dode duif en sleept de rest mee.
Het overige gedeelte werd meegesleept naar een andere plek. Ik dacht hiermee dat de ontmoeting over was, maar even later verscheen hij weer. Kennelijk had het duifmaal hem dorstig gemaakt, want nu werd er gedronken.
Boommarter, het duifmaal maakt dorstig.
Na nog even mijn richting te hebben uitgekeken verdween hij in het bos.
Nog een keer opkijken en verdwenen was hij.
Wat teleurstelling over de roofvogels, maar toch met een voldaan gevoel over deze onverwachte ontmoeting ging ik naar huis.
Het is winter en veel vogels zijn naar hun overwinterings-gebieden. Door kou in het Noorden van Europa komen juist weer veel vogels deze kant op. Helaas hebben we momenteel niet dat mooie heldere winterweer, maar wel heel veel regen. Niet bepaald uitnodigend om er op uit te trekken. Dan maar het alternatief, een dak boven je hoofd. Oftewel een vogel-observatie hut. En hoewel met de bewolkte, grijze luchten het licht ook niet echt lekker is, kun je toch nog wel wat foto’s maken.
Hier wat impressies van mijn avonturen in diverse vogelhutten in Nederland. Geen uitgebreide teksten dit keer, enkel wat sfeerbeelden.
Zanglijster, vogelhut in Kalmthout
Zanglijster met meelworm, vogelhut in Kalmthout
Roodborst doet vliegoefeningen
Roodborst met weerspiegeling in vijver
Roodborst close-up
Jonge Merel, fotohut Huizen
Heggenmus
Winterkoning
Grote bonte specht, close-up
Drinkende vink
Ook in de Oostvaardersplassen heb je wat openbare observatiehutten. In een ervan kun je met wat geluk de Zeearend zien!
Vorige week was de uitslag van de verkiezing van de vogel van het jaar 2020. Het is de grutto geworden. De Grutto is iconisch voor de Nederlandse weidevogels. Ook is Nederland het land waar de meeste Grutto’s broeden. Als het slecht gaat met de Grutto in Nederland, gaat het slecht met de wereldwijde populatie van de Grutto’s. Nederland is dus heel belangrijk voor deze vogel. Het verhaal van de Grutto is het algemene verhaal de weidevogels, grootschalige landbouw en veeteelt met onvoldoende aandacht voor de natuurwaarden.
Maar er zijn boeren die het anders doen, een van hen is Murk Nijdam. Hij werd ook in De Wereld Draait Door in het zonnetje gezet. Murk heeft een boerderij in Friesland waar hij zijn bedrijf voert met aandacht voor de natuur. Zo zet hij aan het begin van het vogelseizoen een gedeelte van zijn land onder water, een z.g. plas-dras gebied. Onder andere Kluut, Grutto, Plevier, en Tureluur vinden hier dan de goede omstandigheden om voedsel te verzamelen. Ze maken er massaal gebruik van. Murk heeft ook een observatiehut gebouwd in samenwerking met de Friese vogelbescherming, vanwaaruit je prachtig de vogels kunt bekijken en fotograferen. Een aantal keren per jaar ga ik naar Friesland om te genieten van dit schouwspel. Hier een aantal impressies van mijn laatste uitstapje naar Friesland.
De hoofdbewoners, als je dat zo mag zeggen, van het plas-dras gebiedje zijn de Kluten. Mooie vogels, vormgegeven door een grafisch ontwerper die alleen zwart en wit tot zijn beschikking had. Maar daarmee toch iets moois wist te maken. Kluten zijn heel territorium gedreven, vooral als ze jongen hebben, dat dulden ze geen andere vogels in de buurt en als die iets te dichtbij komen worden die snel verjaagd.
Kluut
Jonge Kluten, de ouders dulden geen andere vogels in de buurt
Dan de Tureluur. Niet zo algemeen en zeker hier maar enkele exemplaren. Felrode poten. Kortere snavel dan de Grutto. Zijn naam dankt hij aan het geluid dat hij maakt, Tjuuuuu… Het is een standvogel, dat wil zeggen dat hij het hele jaar in Nederland is, maar in de winter heb je ook grote aantallen doortrekkers. Zijn voedsel bestaat uit insecten en wormen. ’s Winters aan de kust wat schelpdieren. Maar … ook een lekker visje is niet te versmaden, hier een gelukkige opname van de Tureluur die een visje heeft weten te verschalken. Een gelukkige opname voor mij, uiteraard niet voor het visje.
Tureluur met visje
De Tureluur gaat in voorkomen in Nederland wat achteruit, gelukkig gaat het wereldwijd wel goed en is de Tureluur niet bedreigd.
Badende Scholekster
Scholeksters zijn ook voornamelijk in Zwart-wit uitgevoerd, maar wel met mooie rode poten, snavel en oogring. Je vindt ze tegenwoordig ook in de stad, op platte daken met kiezels bijvoorbeeld. Maar hier in Friesland zoeken ze hun voedsel bij Murk. Of badderen ze om hun verenpak in goede vorm te houden.
Dan tenslotte de Grutto. De nationale vogel van 2020. Als je in de buurt van Amsterdam Grutto’s wilt zien, kun je het best naar de Bovenkerkerpolder bij Amstelveen gaan, of bij de Schaalsmeerpolder bij Wormer.
Aan het begin van het broedseizoen gieren de hormonen door het vogellichaam en komt het soms tot felle schermutselingen. Spectaculair om te zien.Uiteindelijk worden er nesten gemaakt en wordt er gebroed.
Wie knippert het eerst met zijn ogen
Vechtende grutto’s
Soms komt dan een kraai, vos of roofvogel te dicht in de buurt van het nest en gaan ze massaal de lucht in met een karakteristieke alarmroep.
Gealarmeerde Grutto
Na een tijdje keert de rust weer en duiken ze het hoge gras in om verder te broeden.
Landende Grutto
Ja die Grutto is dus vogel van het jaar geworden. Dan sluit ik af met het meest karakteristieke plaatje, zoals gezegd Iconisch voor de weidevogels in Nederland, de Grutto op het paaltje