Blog #052 Buizerd in Bergen

Blog #052 Buizerd in Bergen

Buizerd

Buizerd 

Tijdens vakanties van Cees, Bernadette en hun zonen, mogen wij van hun heerlijke huis genieten aan de rand van de Schoorlse/Bergense duinen. Prachtig gelegen, je stapt zo de duinen in en aan de andere kant ligt de Paardenwei van de manege Van Poelenburgh.

Hier zitten ook ieder jaar de Paardenbijters,  hoewel ze geen paard kwaad doen. Ze vliegen wel vaak in de buurt vandaar de naam.

Ik had al wel een aantal keren een buizerd gespot die over de wei vloog, maar altijd ver weg en niet fotografeerbaar.

Zitten we ‘s morgens aan het ontbijt en vertel ik dit Sandra. Zij zit met haar gezicht naar buiten en zegt ‘hij zit anders wel op een paaltje vlak voor ons’.   Ik stond op en gelijk Buizerd verdwenen.  Was een toevalstreffer dacht ik.

Maar volgende morgen idem, snel mijn camera gepakt en wat foto’s gemaakt. Helaas moest ik snel reageren en was mijn apparatuur nog niet goed ingesteld, ook vol tegen het licht in, maar ja dat heb je op zo’n moment niet voor het kiezen. Toch nog wat aardige plaatjes.

Ook deze jonge roodborst was kennelijk wat verrast en zat een fractie van een seconde met ware doodsverachting enkele meters voor de buizerd op een ander paaltje.

Roodborst met buizerd

Roodborst met buizerd

De volgende ochtenden stond de camera om half zeven al klaar, maar de buizerd heeft zich niet meer laten zien. Volgend jaar misschien als de speciale Buizerdpaal op zijn plek staat?  Wie weet………

 

Buizerd

Buizerd – Buteo buteo

Blog #051 Libellen

Blog #051 Libellen

Steenrode Heidelibel

Steenrode Heidelibel

Vandaag een klein lesje libellenkunde.

Stel u ziet een blauwe, grote libel vliegen (niet Libelle, dat is een damesblad en dat kan ook wel vliegen maar alleen als u het uit het raam gooit).

Paardenbijter

Paardenbijter

Nou, dus u ziet een grote blauwe libel door uw tuin  vliegen. Roep dan meteen “Paardenbijter”en u zit in 75% van de gevallen goed. Een foto van  een Paardenbijter is dan ook niet bijzonder. Daar moet ik dus overheen.

Paardenbijter

Paardenbijter

Nou dat kan met twee Paardenbijters. En meteen een mooie gelegenheid als in een biologieboek het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje te laten zien. Rechts de dame Paardenbijter.

Paardenbijters

2 Paardenbijters, rechts het vrouwtje 

Maar ik wil nog iets meer doen, ik lijk wel een marktkoopman, ik gooi er nog een derde Paardenbijter tegenaan.

3 Paardenbijters

3 Paardenbijters

Wat,  nog niet genoeg dan ook maar een vierde.

vier paardenbijters

En tenslotte omdat het vandaag Vrijdag is ook nog een vijfde. Ik had deze blog in plaats van paardenbijters beter het rariteitenkabinet kunnen noemen.

5 Paardenbijters

Paardenbijter

5 Paardenbijters

O ja, als u ook nog een groene libel door uw tuin ziet vliegen, roep dan “Blauwe Glazenmaker”en er komt nog eens tien procent bij, uw kennis zit nu al op 85%.

Blauwe Glazenmaker

Blauwe Glazenmaker 

Blauwe Glazenmaker

Blauwe Glazenmaker 

Steenrode Heidelibel

Steenrode Heidelibel

Als u tenslotte een kleinere, gele libel ziet en deze ‘determineert’ als een Heidelibel heeft u nog 10 bonuspunten en heeft u in 95% van de gevallen gelijk, nou heb ik u even in vijf minuten een libellenexpert gemaakt. Was dat de moeite waard of niet?

Met dank aan de Tuinmannen, voor het logeren in hun huis met uitzicht over de paardenwei en jagende paardenbijters.

 

Blog #050 Rondje Macro

Blog #050 Rondje Macro

 

Bastaard Zandloopkever

Bastaard Zandloopkever 

Zomer is macro-seizoen bij natuurfotografen. Dus op naar het Naardermeer. Het doel was vliegende libellen, helaas die heb ik nauwelijks gezien en zeker niet fotografeerbaar.

Wel wat andere leuke soorten, dus een korte blog met slechts wat foto’s en naam.

Sabelsprinkhaan

 

Sabelsprinkhaan

Sabelsprinkhaan 

Moerassprinkhaan

Moerassprinkhaan

Moerassprinkhaan

 

Sprinkhaan

Onbekende SprinkhaanAndere sprinkhaan, waarvan ik de naam nog even niet weet’

 

Juffer

Juffer

Juffer

 

Juffer

Juffer

 

En nog een Juffer, Marga , de libellenexpert gaat mij vast helpen met de namen.

 

En tenslotte  Zonnedauw die wel een juffertje zou lusten. Zonnedauw is een vleesetend plantje.  De kleverige druppels zien er uitnodigend uit, maar het insect dat  eraan blijft kleven, spartelt en werkt zichzelf steeds vaster. Uiteindelijk is geen ontsnappen meer mogelijk. Dan begint het verteringsproces en blijft er uiteindelijk slechts een leeg velletje ove

Zonnedauw

Zonnedauw

Zonnedauw

Blog #049 Orchideeën -vervolg.

Blog #049 Orchideeën -vervolg.

Hondskruid

Hondskruid

 

Het orchideeënseizoen is nu wel voorbij.  Misschien nog in het oosten van het land de zeldzame Herstschoeforchis, maar daar ga ik niet naar zoeken. Ter afsluiting nog wat late orchideeën dichter bij huis.

 

Hondskruid

Hondskruid – Anacamptis pyramidalis

 

Ik begin met het Hondskruid hierboven als opening van deze blog. Bij Wijk aan Zee, letterlijk onder de rook van Hoogovens, nou ja Tatasteel zoals het tegenwoordig heet.  In de duinen een aantal mooie beelden van staal en ertussenin, als contrapunt dan groepjes Hondskruid.  Hier ook nog een close-up.

Hondskruid

Hondskruid – Anacamptis pyramidalis 

 

De Welriekende nachtorchis is ook vrij laat en nog dichter bij huis. In het Amsterdamse bos. 

Welriekende nachtorchis

Welriekende nachtorchis – Platanthera bifolia

 

Hiervan geen groepjes, maar  een solitaire soort.  Wel mooi met tere kleuren.

Welriekende nachtorchis

Welriekende nachtorchis 

 

Een van de laatsten is de vrij algemene Brede wespenorchis.   Die staat bij mij op de stoep, dus ik kan goed zien wanneer die bloeit en wanneer die is uitgebloeid. Het exemplaar hier is overigens niet bij mij voor de deur. Wel mooi in het tegenlicht.

Brede wespenorchis

Brede wespenorchis – Epipactis helleborine

 

Uit de serie ‘Wespenorchis’ dan ook nog de Moeraswespenorchis. Mijn theorie is, dat als de omstandigheden goed zijn, soorten vaak in overvloed voorkomen. Als de omstandigheden niet goed zijn verdwijnen ze. Dat geldt speciaal voor de Moeraswespenorchis.

Moeraswespenorchis

Moeraswespenorchis – Epipactis palustris

 

Op de plek waar het ze bevalt zijn het gelijk hele partijen.  Orchideeën planten zich voort via fijn stofzaad, dat dan alleen kan ontkiemen met behulp van speciale schimmels. Het heeft dan ook geen zin orchideeën-zaad te oogsten en in de tuin uit te zaaien.  Een andere manier van voortplanting is dmv uitlopers van de wortels. Deze methode wordt oa. Gebruikt door de Moeraswespenorchis, dit is de reden dat je ze vaak in tapijtjes vindt.

Moeraswespenorchis

Moeraswespenorchis

 

Deze methode van voortplanting werkt ook voor de laatste soort van vandaag, de Dennenorchis.

Dennenorchis

Dennenorchis – Goodyera repens

 

Alleen verdwijnt hierbij de oude plant. Reden waarom deze soort weer zeldzamer is dan de Moeraswespenorchis.  Zo zeldzaam zelfs dat er eigenlijk maar twee vindplaatsen in Nederland over zijn, namelijk de Waddeneilanden en de duinen bij Bergen. Buiten Nederland ook zeer zeldzaam. Het plantje is maar ongeveer 8 cm hoog en kan gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Toen ik lag te fotograferen in Bergen werd ik aangesproken door twee oudere dames die vroegen wat ik zag. Na uitleg zeiden ze dat ze al dertig jaar ongeveer dagelijks hier langs kwamen maar de Dennenorchis nooit hadden opgemerkt. Hierop zei ik dat ze de volgende dertig jaar er zeker niet meer onopgemerkt voorbij konden lopen.

Volgend  jaar op zoek naar meer soorten, wordt vervolgd.

Blog #048 Het verhaal van de Steenuil

Blog #048 Het verhaal van de Steenuil

Oliver, de jonge Steenuil, in zacht middaglicht. Symbool van de wijsheid.  Contemplatief en beschouwend

Dit is het verhaal van een steenuiltje.  Laten we hem voor het gemak Oliver noemen.

 

 

Het verhaal van Oliver begint medio April, als zijn ouders paren. Zijn ouders zijn al jaren bij elkaar, Steenuilen zijn monogaam en vormen een paar voor het leven. 

Volwassen Steenuil op melkton

Volwassen Steenuil, ouder van Oliver.

 

Het resultaat van de paring is vier mooie eieren. Dat is een gemiddeld aantal.  Het aantal eieren varieert meestal tussen de 3 en 5. De eieren worden met twee dagen verschil gelegd en de moeder van Oliver begint pas met broeden als het voorlaatste of laatste ei is gelegd. Dat is belangrijk, want dat betekent dat de eieren allemaal vrijwel tegelijk uitkomen en de jongen dus nagenoeg gelijk groot zijn. Bij andere (roof)vogels is dat weleens anders, daar wordt begonnen met broeden bij het eerste ei. Dit leidt er dan toe dat het oudste jong beduidend groter is dan het laatste en vooral in tijden van voedselschaarste heeft het kleine, laatste jong weinig kans. Maar dus niet bij  Steenuilen.

Jonge steenuil op hek

Jonge Steenuil op een oude boerenhek.

 

Het vrouwtje broedt alleen, het mannetje zorgt voor het voedsel.  Tijdens de broedpauzes gaat het vrouwtje zelf ook nog op jacht, zeker als het voedselaanbod krap is.  Het broeden duurt ongeveer vier weken en is dus een exclusief vrouwelijke taak. Na die vier weken kruipt Oliver dus bijna gelijk met zijn broers en zussen uit het ei.  De mannetjes verzorgen de bevoorrading, voor het grootste gedeelte regenwormen. Oliver blijft ongeveer 30 dagen in het nest, Hij klimt al vaak  al uit het nest hoewel hij eigenlijk nog niet goed kan vliegen . Na zo’n  uitstapje klimt Oliver  dan weer terug het nest in .

Jonge Steenuil klautert op Melkton

Jonge Steenuil klautert rond op een melkton

 

Gelukkig heeft de boer waar de ouders van Oliver hun nest hebben geen  gladde kraag onder het nest gemaakt, bv om marters tegen te houden. Hoewel goed bedoeld  leidt het er toe dat Oliver  niet meer kan  terugklimmen in het nest en zou omkomen.   Een week na die dertig dagen kan Oliver vliegen. Hij blijft  nog ongeveer 5 weken binnen het territorium en wordt nog door zijn  ouders van voedsel voorzien. Na die vijf weken is het afgelopen  en verlaat Oliver het territorium van de oudervogels om zelf in de omgeving een eigen territorium te zoeken.  Het is dan ongeveer eind Juli. Na ongeveer een jaar is Oliver zelf ‘geslachtsrijp’ en begint het feest opnieuw.

Oliver de Steenuil zal uitgroeien tot  een relatief kleine vogel, tussen 21-23 cm. Kleiner dan bv. een duif.  Hij  is een bodemjager, muizen als voornaamste voedselbron, maar ook wormen en insecten. Zo nodig rent Oliver achter zijn prooi aan, een koddig gezicht. Hij zal een eigen territorium creeeren, exclusief, dus zonder overlap en afgezien van zijn partner zal hij  absoluut geen andere Steenuilen dulden.

 Oliver heeft een hoog schattig gehalte, maar is toch echt een roofvogel. Anders dan andere roofvogels (drie tenen naar voren, een naar achter) kan Oliver  ook nog een extra teen naar achter draaien om zijn prooi (veelal muizen) nog harder vast te knijpen totdat hartslag stokt. 

Volwassen steenuil met muis links 9556

Volwassen Steenuil met muis

 

Hij is een vogel van kleinschalige landbouwgebieden, van schuren, veestallen, holle bomen etc.  Het zal dan ook geen verwondering wekken, dat daar waar de landbouw en veeteelt intensiever wordt, de steenuil verdwijnt. Bijvoorbeeld door het rooien van alle oude, holle bomen. Vergelijk met name  Groningen en Friesland, waar de Steenuil nauwelijks meer voorkomt, met de Achterhoek en Limburg, waar je in Nederland nog de dichtste populaties vindt. Het was in de Achterhoek, waar ik na een flinke tijd zoeken een mooie plek vond om de Steenuilen van vandaag te bewonderen.

Hoewel Oliver over het algemeen ’s avonds en ’s nachts jaagt geldt voor hem en andere steenuilen  dat het ook echte zonaanbidders zijn. Je vindt hem  vaak zittend in het zonnetje, wel vlak bij een plek waar hij zich in geval van nood snel in veiligheid kunnen brengen.  Het helpt dat ze een vast territorium hebben, waar hij alle hoeken en gaten kent.

Steenuil in het laatste avondzonnetje

Volwassen Steenuil in laatste avondlicht

 

De steenuil is vernoemd naar de godin Athena. De latijnse naam van de Steenuil is Athena noctua. De nachtelijke Athena.  Goden en godinnen konden in het oude Griekenland verschillende gedaantes aannemen en een van de gedaantes van Athena was Athena Glaukopis, de uil-ogige Athena. In die gedaante werd zij vaak afgebeeld met haar symbool, de Steenuil. De Steenuil was daarmee ook de vogel van de wijsheid.

Het  z.g. schattige van steenuilen is iets van deze tijd, vroeger hadden uilen vaak een negatief imago. Uilen werden vaak ook beschouwd als ook brengers van slechts nieuws met hun felle kreten en hun nachtelijke verschijning. Die grote gele ogen zouden ook de maan weerspiegelen en droeg ook niet bij aan het goede imago. Zo erg als kerkuilen, die vaak door boeren aan schuurdeuren  werden gespijkerd om onweer en onheil af te wenden was het niet, maar de schrille kreten van steenuilen werden niet altijd gewaardeerd.

Grote gele ogen weerspiegelen de maan

Grote gele ogen die de maan weerspiegelen

 

Ondertussen is het in de Achterhoek later geworden en neemt het licht snel af en de ISO waarden bij het fotograferen snel toe.  Het einde van onze fotosesssie.  Als we volgend jaar weer op dezelfde plek zijn, zullen we waarschijnlijk ook weer de uil met de 8 op zijn pootring zien.   

We nemen afscheid van Oliver en zijn ouders. Oliver zullen wij waarschijnlijk niet terugzien en we wensen dat hij mag opgroeien tot een mooie jonge Steenuil.

Steenuil met muis

Close-up van volwassen Steenuil met nog levende muis

 

Blog #047 Drie Orchideeën

Blog #047 Drie Orchideeën

Rood Bosvogeltje, 7337

Rood Bosvogeltje, Provence 2017

 

Wereldwijd zijn er ongeveer 30.000 soorten orchideeën.  Orchideeënsoorten maken daarmee ongeveer 10% uit van de totale plantensoorten. Als ik de veldgids “Wilde Planten van de Benelux”van van der Meijden e.a. neem, tel ik daar ongeveer 1400 verschillende plantensoorten in Nederland, 10% hiervan is 140. Als ik dus de 10% lijn zou doortrekken zouden we in Nederland 140 verschillende orchideeën moeten tegenkomen. Maar dat lukt niet, de meeste orchideeën komen in tropische gebieden voor en wij zijn slechts matig bedeeld met 40 soorten.

Vandaag drie relatieve zeldzaamheden, de Groenknolorchis, de Honingorchis en het rode Bosvogeltje.

 

Groenknolorchis 7039

Groenknolorchis

De Groenknolorchis. Beschreven als zeer zeldzaam in de Nederlandse duinen. In Vlaanderen nog maar op 1 plek.  Een onooglijk plantje met nauwelijks opvallende bloemen. Pas als de bloemen zijn bestoven zet het vruchtbeginsel wat op, waardoor de bloemetjes wat beter zichtbaar zijn. De voortplanting gaat voornamelijk vegetatief, ieder jaar wordt een nieuw knolletje gevormd. Het is een pionierssoort, als de omstandigheden goed zijn verschijnt de Groenknolorchis als een van  de eersten, maar wordt ook vrij snel weer verdrongen bijvoorbeeld door Duindoord, of als het terrein meer ruiger en begroeid raakt. Een vroege soort, nu midden/eind Juni loopt de bloei op zijn eind en zult u de Groenknolorchis niet meer tegenkomen.

 

Groenknolorchis 7039

Groenknolorchis, closeup van de bloem

 

 

 

Dan de Honingorchis. Ook zo’n zeldzaamheid. Op de site van Natuurfoto.nl stond in 2013 dat de soort vrijwel verdwenen was, met nog slechts een gekende plek. De  latijnse naam is Herminium monorchis, waarbij Hermanium komt van het griekse hermis, zuil en mono-orchis erop duidt dat er maar een knolletje is.

Honingorchis 8351

Honingorchis

Ondertussen gaat het iets beter, maar de kans dat  u er tijdens uw wandeling over struikelt is nog steeds niet heel groot. Ook een soort van de “Rode Lijst” dus sterk bedreigd. Als je heel diep voorover buigt (de  schoonheid is maar 10cm hoog), kun je honing ruiken, vandaar de naam.

Honingorchis 8328

Groepje Honingorchis

 

 

De derde soort hier is het Rode bosvogeltje. In Nederland van de rode lijst gehaald, omdat de soort niet meer voorkomt. In de Veldgids van van der Meijden staat het Rode bosvogeltje nog wel vermeld.

Rood Bosvogeltje 7736

Rood bosvogeltje, Provence-Frankrijk, 2017

 

Hier ietsje gesmokkeld, deze soort heb ik gevonden tijdens de vakantie in de Provence. Ik had bij een plaatselijke deskundige geïnformeerd, maar die liet me weten dat het ‘seizoen’al over was, dat ik alleen nog wat ‘Epipactis’ soorten zou aantreffen (Wespenorchis), maar dat ik voor de rest te laat was. Ik was daarom dubbel blij dat ik bij toeval tegen het Rode bosvogeltje aanliep. Mijn blijdschap werd enigszins getemperd toen ik nog twee exemplaren vond waarvan de bloemetjes ware afgeknipt.  Naar mijn idee een van de mooiste soorten en als je er voor open staat lijkt het inderdaad wel een vogeltje.  Mijn volgende orchideeënportretje zal gaan over drie iets algemene soorten, de Brede wespenorchis, de Moeraswespenorchis en het Hondskruid.