door Henk | mei 9, 2022 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Uitzicht over de velden vanuit de Blauwe Stal
Vorig jaar, in de zomer, waren heel veel vakantiehuisjes volgeboekt. We besloten daarom er voor 2022 vroeg bij te zijn. Na veel gegoogel had Sandra een vakantiehuisje gevonden, De Blauwe Stal, in Sluis, Zeeland. In het najaar van 2021 bleek al veel ‘uitverkocht’ te zijn, dus snel geboekt. De verwachtingen waren hoog gespannen, op internet waren de reviews heel positief. Maar het is altijd afwachten of het in de werkelijkheid ook aan onze verwachtingen voldoet. En dat was het geval, meer dan. De Blauwe Stal is een voormalige Paardenstal, alleen de buitenkant herinnert daar nog aan. De binnenzijde is volledig verbouwd en comfortabel ingericht. Moderne meubels, boxspring bedden, een goede keuken met oven en magnetron etc. De Blauwe Stal staat op het erf van een akkerbouwfamilie en de gastvrouw en gastheer, Karen en Paul doen er alles aan om het verblijf naar je zin te maken.
Sluis, een oude vestingstad.
Sluis is een leuk klein stadje. Het heeft gedurende de 80-jarige oorlog een belangrijke rol gespeeld en de wallen getuigen daar nog van. Ze zijn goed bewaard gebleven, evenals wat van de oude verdedigingswerken en een wandeling over deze wallen is een leuke belevenis.
Sluis, wandeling over de wallen
Je hebt een weids uitzicht over de omliggende omgeving en je ziet de Blauwe Stal in de verte liggen. Die ligging van de Blauwe Stal is ook uniek. Midden in de velden, maar met wat inspanning op loopafstand van het centrum van Sluis. Er is veel in de omgeving te zien en te doen. En als Zeeuws Vlaanderen niet genoeg is, de grens met België is 500 meter verwijderd, dan zit je in Belgisch Vlaanderen met ook heel veel leuke plaatsen, Gent, Brugge, Damme, Knokke. Teveel voor een weekje.
Een dagje Brugge
Even buiten Sluis ligt het dorpje Sint Anna ter Muiden. Een stadje dat vroeger een voorhaven van Brugge was. Na verzanding van de haven ging het stadje in betekenis achteruit. Het heeft ongeveer 50 inwoners en is waarschijnlijk het kleinste stadje van Nederland. Je loopt er in een halfuurtje omheen maar het is leuk om te doen. Een mooi pleintje met een mooie pomp.
Sint Anna ter Muiden, ooit welvarend
Sint Anna ter Muiden, oude dorpspomp
Er zijn nog meer vestingstadjes in de omgeving. Een ervan is Aardenburg. Ook hier zijn de wallen goed bewaard en kun je een leuke wandeling maken. Maar ook een wandeling door het stadje zelf is de moeite waard. Er zijn muurschilderingen met historische taferelen. Er is een mooie poort. Onder de poort door kom je in de Weststraat waar de huizen getuigen van het rijke verleden van de stad. Rond de kerk gedichten van Petronella Moens met als thema de jaargetijden.
Aardenburg, Kaaipoort
Aardenburg, Historisch tafereel
Groede is ook een aardig plaatsje. We waren er op zondagmiddag en dat deed mij terugdenken aan mijn jeugd op zondagmiddag. Heel stil, geen verkeer, geen mensen op straat en dan het gekwetter van mussen. Een leuk dorpspleintje met een herberg met een lekkere cappuccino en een heerlijk croissantje. Op het dorpsplein een standbeeld van Jacob Cats, de schrijver, die hier enkele jaren heeft gewoond.
Jacob Cats
Jacob Cats tekst
Het Zwin, ooit een belangrijke zeearm, die oa Brugge en Sluis met de zee verbond. Maar sinds lang dichtgeslibt. Nu een natuurgebied / natuurpark met een Belgisch en een Nederlands gedeelte. Het Nederlandse gedeelte is vrij toegankelijk , net Belgische gedeelte is een natuurpark waarvoor je een entreebewijs moet kopen. Maar zeker de moeite waard, hoewel ik niet in het Belgische gedeelte ben geweest. Vanaf de dijk bij Cadzand heb je een prachtig uitzicht. Een rondje over deze dijk is zeker de moeite waard en onderweg word je begeleid door het gezang van de nachtegaal. Zien doen je die niet, maar horen des te meer.
Het Zwin op de grens Belgie-Nederland
Het Zwin, beroemd om de fossiele haaientanden die je hier kunt vinden
Retranchement is een dorpje met ook al een rijk verleden. Ook hier de onvermijdelijke wallen. Aangelegd rond 1600. Twee belangrijke verdedigingswerken het fort Oranje en het fort Nassau, ertussen in een wandeling van ongeveer 4,5 kilometer. Op het dorpspleintje lopen de ooievaars rond en ook op het dak van de voormalige school twee ooievaars. Dat brengt mij op het thema vogels, ik ben tenslotte natuurfotograaf.
Retranchement ooievaar in de tuin
In het gastenboek van de Blauwe Stal had een vogelaar geschreven dat hij wel 37 verschillende soorten op en rond het erf had geteld. Zoveel heb ik er niet gezien, wij waren ook relatief vroeg, maar toch aardig wat. De gewone soorten die je bijna overal ziet, maar ook een flink aantal witte kwikstaarten en gele kwikstaarten een handvol Tapuiten en een hele serie vliegensvlugge Puttertjes.
Gele kwikstaart, Tapuit, Putter, Witte kwikstaart-
Het hoogtepunt was echter de Blauwe kiekendief. Karen had mij al verteld dat een mannetje regelmatig in de boom achter het huisje zat. Maar ja wat is regelmatig als je er maar een weekje bent. Totdat hij er daadwerkelijk zat toen wij van een tochtje terugkeerden. Op het moment dat de auto stopt verdween hij snel. Op een ander moment zaten wij op het terras en kwam hij statig aangezweefd over de rand van akker en het grasveld voor het terras. Hij liet zich mooi bekijken, maar er was helaas geen tijd de camera te pakken. Met de verrekijker heb ik nog een aantal malen de stippen in de verte kunnen identificeren als de Kiek. Hij heeft waarschijnlijk zijn territorium iets ten westen van de Blauwe Stal, rond het kanaal Sluis-Damme. Ik ben ervan overtuigd dat het bij een volgend bezoek beter gaat lukken.
Ja de vogels. Zeeland is een vogelrijke provincie. Maar dit was onze gezamenlijke vakantie, dus ik kon maar beperkt met de camera op stap. Ik had daarom een viertal plekken gekozen rond 10 km van de Blauwe Stal. Allereerst de Sophiapolder. De vogelkijkhut ligt op ruime afstand van het water en door de relatieve droogte was er weinig te zien.
Dat geldt ook een beetje voor de Sint-Doonaaspolder, hoewel het hier wat hoopgevender was. Je kunt vanuit de Blauwe Stal de ventweg van de N253 (de Rondweg) volgen, richting Sint Anna ter Muiden, tot bij de Roden-Ossenstraat, dan linksaf en na enkele honderden meters een kleine parkeerplek en wandeling door het veld naar de kijkwand en de hut. Onderweg vloog een Patrijs voor mij uit. Bij de hut was het rustig, weinig vogels, geen mensen. Maar ik kan mij voorstellen dat als het iets minder droog is dit een mooie observatieplek is.
Sint Donaaspolder ,niet erg opwindend
Wat beter is het Groote Gat bij Oostburg. Er is een vogelkijkhut aan de westzijde. Je kunt die bereiken via de Nieuveltweg. Die is vlak na het begin alleen toegankelijk voor bestemmingsverkeer. Na enkele honderden meters is dan een plek in de berm waar duidelijk is dat je je auto kunt neerzetten, door het hek, door het veld naar de kijkhut. Hier meer vogels, waaronder de gebruikelijke ganzen, een tureluur, maar ook enkele mooie wulpen. Helaas door het lage water alles te ver weg. Maar ook hier, veelbelovend als het water hoger staat en misschien ietsje later in het seizoen. Overigens vond ik mezelf geen bestemmingsverkeer en had mijn auto geparkeerd in Oostburg en een toch door de velden gemaakt naar de hut. Het is een leuke kleine wandeling tussen de koeien, dus ik denk dat ik het bij een volgende gelegenheid weer zo doe.
Het Groote Gat. al wat beter dan Sint Donaas
Maar het hoogtepunt waren de twee vogelkijkhutten bij de Blikken, bij Groede. Zaterdagmiddag een straffe oostenwind. Een kijkhut met een flink aantal houten luiken op verschillende hoogte, waardoor je drie kanten uit kunt kijken. Voor de hut water met een flinke slijkrand, waar de vogels vlak voor de hut langs foerageren. Mannetje Kemphaan, Vrouwtje, Zwarte ruiter, Groenpootruiter, Tureluur, Oeverloper, Grutto. Etc.
Zwarte Ruiter
Grutto
Tureluur
Groenpootruiter
Kluten
Kemphaan Man
Oeverloper
Iets verderop een tweede hut, waarbij je kijkt naar een eiland en de grote waterpartij. In de verte veel ganzen, Grote Canadese, Grauwe, Brandgans. Kieviten, een grote groep vrouwtjes Kemphanen, Scholeksters etc. De hutten zijn goed toegankelijk, er is een kleine parkeerplek aan de dijk en dan vijftig meter lopen. Weinig andere vogelaars, maar enkele en een groepje fransen die na een korte periode vertrokken. Ik had het rijk vrijwel alleen, een top-middag. De volgende dag nog even terug geweest, de wind was verdwenen. Ik was bang dat het druk zou zijn, mooi weer, zondagmiddag, maar ook nu weer het rijk alleen. Helaas waren er minder vogels, en verder weg. Ze zochten niet langer de beschutting van de dijk. Maar toch weer wat leuke foto’s kunnen maken.
En na iedere tochtje was het heerlijk weer terug te komen in de Blauwe Stal. In het zonnetje op het terras, genieten van het weidse uitzicht. Een prima vakantiehuis waar Paul en Karen zorgen dat je je meteen thuis voelt. Snel weer even in de agenda kijken en boeken voor een volgende keer.
Coördinaten:
De Blikken, Vogelkijkhut ‘De Sluiswachter” 51°21’21.714″ N 3°29’50.688″ E
De Blikken, Vogelkijkhut “Hof van Scheerens” 51°21’24.858″ N 3°29’41.982″ E
Het Groote Gat: 51°19’15.4595″ N 3°29’54.7386″ E
Sint Donaaspolder: 51°18’19.476″ N 3°21’36.06″ E
Sophiapolder, 51°18’22.4225″ N 3°27’31.3531″ E
door Henk | nov 9, 2021 | Alle Berichten, Blog, Landschap, Natuur |
Mooie herstkleuren
Dit jaar geen grote vakanties, maar wel wat korte uitstapjes. Bijvoorbeeld naar de Veluwe om te genieten van de herfst. Een huisje bij Hoenderloo is dan de ideale uitvalsbasis. Ik neem altijd wat voer mee voor mijn gevleugelde vrienden. Meteen bij aankomst wat voer gestrooid om te kijken of er belangstelling was en zowaar de koolmezen vlogen af en aan.
De tuintafel bewees goede diensten om dan maar een herfst-opstelling te maken om ze dan ook te fotograferen.
Koolmees
Naast de koolmezen bleken ook de boomklevers belangstelling te hebben en de andere ‘usual suspects’ zoals pimpelmezen en gaaien. Merels en vinken komen maar sporadisch op de tafel, die blijven liever op de grond.
Boomklever
Opeens gingen de koolmezen er vandoor en verscheen tot mijn verrassing een eekhoorn op de set. Hij of zij kwam regelmatig een nootje halen. Die werden niet gegeten, maar we zagen dat die meteen begraven werden als wintervoorraad. Leuk om te zien. Nadat er flink wat verstopt was (en door mij aangevuld) werd er ook gegeten.
Eekhoorn
Maar we waren ook gekomen om te wandelen. We hebben dit najaar nauwelijks storm gehad en daardoor blijven de bladeren lang aan de bomen. Dat levert mooie kleuren op. Nationaal Park de Hoge Veluwe is het ideale gebied om van deze mooie kleuren te genieten. Geen honden en als je zorgt dat je vroeg bent is het er erg rustig. Als er dan ook nog ochtendmist is, komt er een sprookjesachtige roze gloed over het landschap.
Laan in ochtendmist
Doordat je vroeg bent en het rustig is, heb je nu ook kans wild te zien. De bronst is afgelopen, de mannetjes hebben zich weer teruggetrokken en je maakt nu meer kans een roedel hindes te zien. Wij hadden een mooie ontmoeting.
Een vroege ontmoeting met een roedel Edelherten
Het schijnt dat we een droog najaar hebben gehad, ik begreep dat er in oktober nauwelijks Paddenstoelen waren. Nu is dat kennelijk ingehaald want ik heb er behoorlijk wat gezien. Ik heb vorig jaar een uitgebreide Paddenstoelen-gids gekocht om ze te leren herkennen, maar ondanks deze mooie gids herken ik eigenlijk nog maar steeds iets van vijf soorten. Hier hoort deze mooie Gele Koraalzwam bij. Maar veel verder ben ik niet gekomen, de andere twee van de foto: geen idee. Maar je kunt ook van Paddenstoelen genieten zonder ze bij naam te kennen. (denk ik dan maar).
Twee Paddenstoelen maar welke?
Tere onbekende schoonheid
Gele Koraalzwam
De drie dagen zijn voorbijgevlogen, maar met deze impressies blijft de herinnering bewaard.
Eekhoorn met Kardinaalsmuts
Goudgele Berk
Berkenstammen
door Henk | jan 3, 2021 | Alle Berichten, Blog, Landschap, Overig |
Palendorp bij Petten
Petten is een dorp in Noord-Holland, gelegen aan de Noordzee. De duinenrij is hier op zijn smalst en daardoor was Petten erg kwetsbaar in tijden van vloed. Het oudste dorp Petten wordt al vermeld rond 750. Maar het ‘officiële’ bestaan gaat terug tot 1300, Petten bi der Sipe. In 1421 tijdens de Sint-Elizabethsvloed (19 november, de naamdag van Sint-Elizabeth) is het dorp in zee verdwenen. Het werd weer opgebouwd, maar in 1625 verdween een gedeelte van Petten opnieuw in de zee. Eerst ruim honderd huizen. Vervolgens helemaal in 1792. Slechts een Kerk bleef behouden. De laatste keer tenslotte verdween Petten in de 2e Wereldoorlog, op last van de Duitsers als onderdeel van de werkzaamheden aan de Atlantikwall. Alleen het koloniehuis en een paar vakantiewoningen bleven dit keer gespaard. In 1946 werd begonnen met de wederopbouw van het dorp Petten zoals we dat nu kennen.
Van Hondsbossche Zeewering naar Hondsbossche duinen. Om de kwetsbaarheid van het achterland te verminderen werd in 1793 begonnen met de aanleg van de Hondsbossche zeewering. Tussen 1870 en 1873 nog eens extra versterkt met Basaltblokken. Dat is de Hondsbossche Zeewering zoals ik die kende. Ik was dan ook erg verbaasd toen ik in 2017 op de dijk was en de basaltblokken zocht. Het bleek dat dit gedeelte van de Noord-Hollandse kust was aangewezen als een van de “Zwakke Schakels”. Als versterking werden in 2013 en 2014 35miljoen kubieke meters zand opgespoten. Ondertussen zijn hier duinen ontstaan die dus nu de Hondsbossche duinen heten en Petten (en Nederland) weer een flinke tijd veilig moeten houden
.
Palendorp bij Petten
Het Palendorp. Nadat de werkzaamheden waren afgerond heeft de aannemerscombinatie “Van Oord – Boskalis” een monument geschonken. Het werd het Palendorp. Door middel van 160 palen wordt het in zee verdwenen dorp Petten gesymboliseerd. De lage palen voor de huizen en 9 heel hoge Palen die de kerk symboliseren. De Palen steken ook bij hoogwater nog boven de zeespiegel uit, vanwege de veiligheid. Tussen de hoge palen is ondertussen spontaan een schommel verschenen.
Palendorp met schommel
Het Palendorp is een geliefd uitstapje geworden voor een strandwandeling.
Palendorp met Spot (zo een hond hoort Spot te heten)
Palendorp lange sluitertijd
door Henk | okt 25, 2020 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
In oktober gaan de damherten regelmatig op de vuist
Oktober is de maand van de Damhertenbronst. In de Amsterdamse Waterleidingduinen is dit een geweldig spektakel. Rond het vliegermonument is het een geluidszee van burlende herten. Dit jaar viel het hoogtepunt van de bronst in de herfstvakantie en doordat reizen naar het buitenland moeilijk is en veel mensen dus in Nederland bleven, was het extra druk. Maar het is ook wel de moeite waard. Het hele gebied heeft een bepaalde geur, die ook ’s avonds nog in je neus hangt. Maar aan het einde van de dag heb je wel het gevoel dat je iets bijzonders hebt meegemaakt. Een aanrader dus. Hier wat impressies van mijn middag in de duinen.
01 Twee burlende damherten
Normaal gesproken zie je hier alleen vrouwtjes en heel jonge mannetjes. Buiten de bronst slechts zelden een volwassen man. Die trekken zich terug in de beboste gedeelten en komen maar spoardisch tevoorschijn. In oktober komen ze dan massaal naar vaste plekken buiten hun rustgebied. Ze graven er kuilen, bakenen hun territorium af en burlen er op los.
2 Hert in vaste kuil, territoriumpje
3 Burlend Hert, het burlen klinkt overal
Het hoogtepunt is natuurlijk dat zij met elkaar op de vuist gaan. Nou ja op de geweien dus. In de beperkte tijd dat ik hier doorbracht zijn mij drie vormen van knokken opgevallen.
4 Knokkende herten
Eerst het dominante hert dat zijn kudde voor zichzelf wil houden. Hij heeft een roedel rond zich verzameld, die rondtrekt en die hij bewaakt. Komt er een andere man in de buurt, dan wordt die verjaagd. Het blijft hierbij meestal bij er hard achteraan rennen, tot een gevecht komt het vrijwel niet. Daarvoor is het hij te dominant.
5 Roedel herten met dominante Man
Dan de tweede vorm. Een soort territorium afbakenen. Territorium is hier een groot woord, het gaat meestal om een kuil. In het gebied waar de bronst voornamelijk plaatsvind, is de afstand tussen die kuilen maar beperkt, enkele tientallen meters. Een Duitse filmer, die hier voor televisieopnames al een week was, wees mij erop dat het donkere hert de hele week een bepaalde kuil in bezit had, die nu echter betwist werd door een licht hert. Er vonden schermutselingen plaats en uiteindelijk moest het donkere hert zijn plek afstaan. Wat zo aantrekkelijk aan die specifieke plek was, werd mij niet duidelijk, evenmin als de functie van zo een plek.
6 Licht en Donker hert betwisten een kuil
7 het Territorium gevecht
8 het Territorium gevecht gaat verder tussen de Bomen
9 Het lichte hert is de overwinnaar
10 De donkere moet zijn kuil afstaan en blaast luid burlend de aftocht
Dan de derde vorm, een soort vechttraining. Je ziet vaak twee jonge volwassen mannen samen rondlopen. Het lijkt erop of ze geen vaste plek hebben. Af en toe wordt er dan gevochten. Vervolgens lopen ze weer broederlijk verder en even later vindt er dan weer een knokpartijtje plaats.
11 Jonge mannen trekken samen op
12 En gaan regelmatig op de vuist
Dan nog wat aanvullende fotos
15 Klaar voor gevecht
16 Uitrekken
18 Een vredig tafereeltje om af te sluiten
En tenslotte. Ik heb ook nog een filmpje gemaakt en op YouTube geplaatst
Hier de link naar het filmpje Damhertenbronst in de AWD
door Henk | jun 16, 2020 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Zwarte Stern, zwarte borst en lijf, witte stuit, grijze vleugels
De Zwarte Stern (Chlidonias nigra, Black Tern, , Guifette noire, Trauer-Seeschwalbe) is een van de acht Stern-soorten die in Nederland voorkomen. De Zwarte Stern staat sinds 2004 op de rode lijst, dat wil zeggen sterk bedreigd. Het aantal broedparen was in de jaren vijftig nog in de tienduizenden, inmiddels ligt dat rond de 1000. De Zwarte Stern is een zoetwater moerasvogel, nestelt in kleine kolonies en maakt zijn nest op Krabbenscheer. De teruggang van deze Stern gaat gelijk op met het verdwijnen van Krabbenscheer. Om toch nestgelegenheid te bieden worden er kunstmatige vlotjes in bepaalde gebieden neergelegd en de Stern maakt daar dan gebruik van om te nestelen.
Kunstmatige vlotjes in plaats van het schaarse Krabbenscheer en kleine kolonies
Half april komen de Zwarte Sterns op hun reis naar de broedgebieden in Europa door Nederland. Een deel blijft hier achter om hier te broeden. Er worden 2 a 3 eieren gelegd die na ongeveer 20 dagen uitkomen.
Hier drie kuikens in het nest
De Zwarte Stern voedt zich met kleine visjes (bv Spiering), Vliegende insecten en regenwormen. Hierbij laag over het water gescheerd en bv libellen uit de lucht geplukt. Of worden kleine visjes net onder het wateroppervlak vandaan gehaald.
Zwarte-Stern-vissend
Half oktober is het feest dan weer voorbij en vliegen de Zwarte Sterns terug naar hun overwinteringsgebied in West-afrika.
Bij Wilnis is een gebiedje waar een aantal kunstmatige vlotjes is neergelegd om ze nestgelegenheid te bieden. In een slootje zijn de vlotjes voorzien van een draadhekwerk om de ganzen te beletten op de vlotjes te gaan zitten. In een andere sloot hebben de vlotjes niet zo’n hekwerkje. De vlotjes met zijn duidelijk populairder. Toen ik er was waren de vlotjes met allemaal bezet, de vlotjes zonder niet allemaal.
Zwarte-Stern-vlot-met-hek
Het is een mooi gezicht de Sterns af en aan te zien vliegen om hun jongen te voeren. Duidelijk te onderscheiden is waarmee ze thuiskomen. Een vlinder, een libel of een klein visje. Het blijft wel een uitdaging om in de rommelige omgeving een mooie foto te maken en naarmate de dag vorderde werden de contrasten door het felle zonlicht ook steeds sterker, dus om een uur of drie was het wel gedaan met het fotograferen. Maar toch weer een mooie ervaring rijker.
Zwarte-Stern-voert-vlinder
Zwarte Stern voert visje
Zwarte-Stern-voert-libel
Zwarte-Stern-vliegend
door Henk | mei 31, 2020 | Alle Berichten, Blog, Natuur |
Vorig jaar had ik een aardige verzameling opgebouwd van foto’s van Nederlandse Wilde Orchideeën. De meeste foto’s zijn genomen in Noordholland. Ik was van plan mijn actie-radius wat uit te breiden, om ook soorten te fotograferen die hier in de omgeving niet of zelden voorkomen. Helaas kwam daar het nodige tussen. Zo kon geen tripje maken naar Zeeland, en ook het Gerendal in Limburg is onbereikbaar, temeer daar Staatsbosbeheer het dal heeft afgesloten om de bekende reden. Dus restte mij toch weer mijn eigen omgeving. Nu is dat geen straf, er zijn hier prachtige gebieden. Berkheide en Meijendel bij Wassenaar, het Naardermeer en het Kennemerstrand. Hierbij wat impressies van wat ik hier, tweede helft van mei heb aangetroffen. En het seizoen moet eigenlijk nog beginnen.
Steenrode orchis
Eerst Berkheide. Enige tijd terug is in Nederland de Steenrode orchis aangetroffen. Toen dat bekend werd reageerden een aantal mensen met de mededeling dat er ook een populatie staat in Meijndel en in Berkheide. De locatie kregen wij door van een bevriend natuurforser. Hij was er zelf een week eerder geweest, maar alleen nog wat bladrozetten. Wij vonden een week later wel een flink aantal bloeiende exemplaren. Het is een ondersoort van de Vleeskleurige orchis. En het kenmerkende verschil is de duidelijk donkerpaarse kleur.
Vleeskleurige Orchis, Meijendell
Dan het Kennemerstrand. Ik ben er twee keer geweest begin mei. Eerst rond 8 mei en vervolgens nog eens anderhalve week later. De eerste keer was er totaal niets te zien. Nog geen omhooggeschoten sprietje van de gele Ratelaar. Laat staan bladrozetten (van de bijenorchis moeten ze er wel geweest zijn, die overwinteren, maar heb ik dus gemist). De twee keer kleine rozetjes, dus een belofte.
Dit keer (29 mei) was het overheersend geel van de Ratelaar met ook al heel veel Rietorchissen er tussendoor. Dat is toch relatief vroeg, beging Juni is de ‘officiële tijd’, net ietsje later dan eind mei. Maar ze stonden er. Nu laat de orchideeën maar komen, ik heb er zin in.
Rietorchis, Kennemerstrand
Na goed zoeken ook nog de Bijenorchis, ook pas aan het begin van zijn bloeitijd. Van veel exemplaren waren de knoppen nog niet open, van deze hier alleen de onderste bloem en aan de helmknopjes te zien, nog niet bestoven.
Bijenorchis, Kennemerstrand
Groenknolorchis, Kennemerstrand
Tenslotte nog een onverwacht genoegen, de Groenknolorchis. Een onooglijk plantje, als je je wijsvinger opsteekt, zo groot is ook deze orchidee. En nauwelijks zichtbaar. De twee die ik hier op de foto heb gezet waren toen ik terugliep al niet meer te vinden.
Nou laat de orchideeën maar komen, ik heb er weer zin in.