door Henk | dec 13, 2019 | Blog, Natuur, Overig |
Vorige week was de uitslag van de verkiezing van de vogel van het jaar 2020. Het is de grutto geworden. De Grutto is iconisch voor de Nederlandse weidevogels. Ook is Nederland het land waar de meeste Grutto’s broeden. Als het slecht gaat met de Grutto in Nederland, gaat het slecht met de wereldwijde populatie van de Grutto’s. Nederland is dus heel belangrijk voor deze vogel. Het verhaal van de Grutto is het algemene verhaal de weidevogels, grootschalige landbouw en veeteelt met onvoldoende aandacht voor de natuurwaarden.
Maar er zijn boeren die het anders doen, een van hen is Murk Nijdam. Hij werd ook in De Wereld Draait Door in het zonnetje gezet. Murk heeft een boerderij in Friesland waar hij zijn bedrijf voert met aandacht voor de natuur. Zo zet hij aan het begin van het vogelseizoen een gedeelte van zijn land onder water, een z.g. plas-dras gebied. Onder andere Kluut, Grutto, Plevier, en Tureluur vinden hier dan de goede omstandigheden om voedsel te verzamelen. Ze maken er massaal gebruik van. Murk heeft ook een observatiehut gebouwd in samenwerking met de Friese vogelbescherming, vanwaaruit je prachtig de vogels kunt bekijken en fotograferen. Een aantal keren per jaar ga ik naar Friesland om te genieten van dit schouwspel. Hier een aantal impressies van mijn laatste uitstapje naar Friesland.
De hoofdbewoners, als je dat zo mag zeggen, van het plas-dras gebiedje zijn de Kluten. Mooie vogels, vormgegeven door een grafisch ontwerper die alleen zwart en wit tot zijn beschikking had. Maar daarmee toch iets moois wist te maken. Kluten zijn heel territorium gedreven, vooral als ze jongen hebben, dat dulden ze geen andere vogels in de buurt en als die iets te dichtbij komen worden die snel verjaagd.
Kluut
Jonge Kluten, de ouders dulden geen andere vogels in de buurt
Dan de Tureluur. Niet zo algemeen en zeker hier maar enkele exemplaren. Felrode poten. Kortere snavel dan de Grutto. Zijn naam dankt hij aan het geluid dat hij maakt, Tjuuuuu… Het is een standvogel, dat wil zeggen dat hij het hele jaar in Nederland is, maar in de winter heb je ook grote aantallen doortrekkers. Zijn voedsel bestaat uit insecten en wormen. ’s Winters aan de kust wat schelpdieren. Maar … ook een lekker visje is niet te versmaden, hier een gelukkige opname van de Tureluur die een visje heeft weten te verschalken. Een gelukkige opname voor mij, uiteraard niet voor het visje.
Tureluur met visje
De Tureluur gaat in voorkomen in Nederland wat achteruit, gelukkig gaat het wereldwijd wel goed en is de Tureluur niet bedreigd.
Badende Scholekster
Scholeksters zijn ook voornamelijk in Zwart-wit uitgevoerd, maar wel met mooie rode poten, snavel en oogring. Je vindt ze tegenwoordig ook in de stad, op platte daken met kiezels bijvoorbeeld. Maar hier in Friesland zoeken ze hun voedsel bij Murk. Of badderen ze om hun verenpak in goede vorm te houden.
Scholekster, rode Snavel, rode oogring, rode poten
Dan tenslotte de Grutto. De nationale vogel van 2020. Als je in de buurt van Amsterdam Grutto’s wilt zien, kun je het best naar de Bovenkerkerpolder bij Amstelveen gaan, of bij de Schaalsmeerpolder bij Wormer.
Aan het begin van het broedseizoen gieren de hormonen door het vogellichaam en komt het soms tot felle schermutselingen. Spectaculair om te zien.Uiteindelijk worden er nesten gemaakt en wordt er gebroed.
Wie knippert het eerst met zijn ogen
Vechtende grutto’s
Soms komt dan een kraai, vos of roofvogel te dicht in de buurt van het nest en gaan ze massaal de lucht in met een karakteristieke alarmroep.
Gealarmeerde Grutto
Na een tijdje keert de rust weer en duiken ze het hoge gras in om verder te broeden.
Landende Grutto
Ja die Grutto is dus vogel van het jaar geworden. Dan sluit ik af met het meest karakteristieke plaatje, zoals gezegd Iconisch voor de weidevogels in Nederland, de Grutto op het paaltje
Grutto op een paaltje
door Henk | dec 12, 2019 | Overig |
Libellen leven het grootste gedeelte van hun leven onder water als larf. Pas aan het einde van hun leven, als het tijd is voor de voortplanting komen de larven boven water. Ze zoeken dan een rietstengel, graspol of tak en kruipen naar boven. Ze hechten zich bovenin vast en ondergaan dan een gedaante verwisseling.
Uitsluipende Viervlek, lichaam nog niet uitgekleurd, vleugels nog niet volledig opgepompt
De rug van de larve scheurt open, de libel kruipt eruit, poten eerst. Hij klemt zich nu vast en begint vleugels en lichaam op te pompen. Als dit is gedaan begint het proces van uitharden, dat wel enkele uren kan duren. Tenslotte als alles in vorm is en goed opgedroogd vliegt de nieuwe libel weg. Het is een fascinerend proces om te zien en moeilijk vast te leggen. Een onrustige achtergrond, niet te voorspellen waar en wanneer het gebeurt, dus geduldig zoeken is het motto. Begin Juni ontdekte ik bij het Naardermeer een Viervlek in wording. Hij/zij was net uit het larvenhuidje gekropen.
Uitsluipende Viervlek, de vleugels zijn gevormd.
De vleugels werden nog opgepompt. Even later waren de vleugels gevormd en kon het drogen beginnen. Je kunt hier zien dat ook het lichaam nog niet ‘uitgekleurd’ is. Even later is de libel gereed.
Viervlek
De eerste vlucht wordt gemaakt. Wat achter blijft is het lege huidje.
Larvenhuidje van een Viervlek
Het hele proces kan bij sommige libellen wel vier uur duren. Helaas heb ik het begin en het eind niet meegemaakt. Ook van het uitsluipen van een Blauwe Glazenmaker kon ik maar een klein stukje vastleggen, van het net uitkruipen tot het oppompen van de vleugels. Maar zo blijft er steeds iets op mijn fotografische wensenlijst.
Uitsluipende Blauwe glazenmaker, net uit zijn larvenhuid gekropen
Uitsluipende Blauwe glazenmaker, vleugels worden volgepompt
door Henk | dec 7, 2019 | Blog, Natuur, Overig |
Rietorchis
Ik ben al een paar jaar lid van het IVN Amstelveen (Vereniging voor Natuureducatie). Het IVN kent diverse werkgroepen o.a. de werkgroep “Fotografie” waar ik deelnemer van ben. Een keer per jaar wordt er in samenwerking met de Paddenstoelenwerkgroep een avond georganiseerd waar we ons werk tonen aan andere leden. Dit jaar was het Fotografie-thema “De Nederlandse Kust”. Prachtige beelden kwamen voorbij van stranden, vogels en meer wat we aan de kust aantreffen. Ik heb een presentatie gegeven over de Orchideeën die aan de Noord-Hollandse kust voorkomen en ik dacht dat het wel aardig was dit verhaaltje ook op mijn website te zetten. Hierbij dus. In Nederland komen zo’n 50 soorten wilde orchideeën voor. De hotspots zijn de kalkgraslanden in Zuid-Limburg, de veenweidegebieden in Drenthe en dan de Nederlandse kuststrook. Van alle in Nederland voorkomende orchideeën kun je de helft aantreffen aan de kust. Wat Zuid-Limburg en de kust gemeen hebben is … kalk. De kalk in het Limburgse landschap is verklaarbaar doordat hier in het krijt, het geologisch tijdperk dat duurde van 145 miljoen jaar geleden tot 66 miljoen jaar geleden een zee stond. De kalkskeletten van gestorven zeedieren zakten naar de bodem en vormde op den duur een dikke laag kalk (de huidige mergellagen). De Nederlandse orchideeën soorten zij liefhebbers van arme, kalkrijke gronden en voelen zich dus prima thuis in Limburg. Maar de kuststrook dan. Kalk is makkelijk oplosbaar in water en de grote rivieren zorgen dan ook voor een voortdurende aanvoer van kalk. Zonder deze aanvoer zou de kalk snel uitspoelen zouden het snel gedaan zijn met de grote aantallen wilde orchideeën. In het noorden van Noord-Holland is er minder aanvoer van kalk, de duinen zijn daar ‘grijzer’, de grens ligt ergens bij Bergen. Blonde duinen in het zuiden, grijze duinen in het Noorden, met andere planten gemeenschappen en andere orchidee soorten. We beginnen onze tocht in het noorden van de provincie, het Zwanenwater. Een prachtig gebiedje met veel natte duinvalleien die al tijden niet bewerkt of bemest zijn en daardoor hun voedselarme kwaliteit hebben behouden. Het opkomende duinwater is ook van goede kwaliteit, dus alle voorwaarden zijn er voor een mooie orchideeën populatie. Dat begint midden mei met als eerste de Brede Orchis. Deze soort behoort tot de handekenskruiden, een groepje orchideeën die lastig zijn te determineren en vaak ook nog onderling kruisen. Maar hier dus de brede orchis.
Brede orchis
Een veld met Brede orchis
Brede orchis tussen het gras
De Brede orchis wordt vanaf eind mei opgevolgd door de Riet orchis.
Een soort die wat iconisch is voor de Nederlandse orchideeën. Een ander exemplaar dat we er vinden is de Gevlekte orchis.
Gevlekte orchis
Tenslotte in het het rijtje handekens kruiden die we vinden in de natte duinvalleien van het Zwanenwater is de Vleeskleurige orchis.
Vleeskleurige orchis
Handekenskruiden heten overigens zo omdat de knolletjes lijken op twee uitgestoken vingertjes. Tussen deze paarse schoonheden staan ook de bloemen van de Grote keverorchis.
Grote Keverorchis
In deze bloemetjes zou je met veel fantasie kevertjes kunnen herkennen.
Grote keverorchis
Ook vind je er nog al eens de bestuivende boktorretjes op waar de naam ook vandaan kan komen. Om deze kevertjes te lokken verspreid de Keverorchis een muskusachtige geur die erg aantrekkelijk is voor de bestuivers. Een heel tere schoonheid die je hier tegenkomt is de Welriekende nachtorchis.
Welriekende nachtorchis
Welriekende nachtorchis detail
Prachtige witte bloemetjes, bijna van doorzichtig porselein. In de avond en ’s nachts schijnt deze orchidee een geur te verspreiden die nachtvlinders aantrekt. Tenslotte in het Zwanenwater een van mijn favorieten, de Bijenorchis.
Bijenorchis
Bijenorchis
De naam komt van de vorm die op een bij schijnt te lijken (als je graag wilt). De Bijenorchis komt in bloei begin juni, in de tijd dat er ook Darren zijn van wilde bijen. De darren proberen te paren met de orchis, komen er dan achter dat ze zijn gefopt en vliegen gefrustreerd weg. Bij deze schijnparing hebben ze echter al wat pollen op hun rug gekregen. De frustratie leidt ertoe dat ze niet meteen opnieuw een schijnparing doen met de naastgelegen Bijenorchis, maar dat ze een stukje wegvliegen voordat ze nieuwe poging doen. De frustratie zorgt er op deze wijze voor dat er genetische variëteit blijft bij de Bijenorchis. Deze samenhang, de bloeitijd op een moment dat er al we Darren zijn, maar nog niet zo veel vrouwtjesbijen, de frustratie etc is een voorbeeld hoe alles in de natuur samengrijpt en volgens mij nog een van de vele onbegrepen wonderen. Dus deze bestuiving zorgt voor genetische variëteit en dat is nodig, omdat een groot gedeelte van de voortplanting bij deze orchis plaatsvind dmv zelfbestuiving waar uiteraard geen variatie plaatsvindt.
We zakken nu af naar de Schoorlse duinen. De zogenaamde grijze duinen, er is hier minder kalk dan in het zuiden van de Provincie. Maar wat hier wel zijn zijn oude Dennenbossen en dat is wat de Dennenorchis nodig heeft.
Dennenorchis
Een heel klein plantje waar je makkelijk overheen kan kijken. Maar wel een zeldzaamheid. Naast Texel en in de provincie Drenthe vind je alleen hier in de Schoorlse duinen een kleine populatie. Ik sprak mensen die er dagelijks langs wandelen en die het nooit was opgevallen dat hier de zeldzame Dennenorchis staat.
Dan nog meer zakken naar de duinen bij Tatasteel voor het Hondskruid.
Hondskruid
Anacamptis pyramidalis.
Hondskruid
De naam zegt iets over de vorm, een schuin torentje van paarse bloempjes. Vrij zeldzaam en ten gevolge van de opwarming verschuift zijn verspreidingsgebied naar het Noorden. Het blijkt dat als de omstandigheden goed zijn, soorten massaal kunnen voorkomen. Hier in de duinen van Tatasteel hoef je niet lang te zoeken om het hondskruid tegen te komen. Let als je hier komt ook eens op het Bremraap, een vrij zeldzame halfparasiet.
Tenslotte het laatste gebied dat ik vandaag wil noemen, het Kennemerstrand. Het Kennemerstrand is ontstaan bij de verlenging van de Zuidpier zo’n 50 jaar geleden. Het natuurgebiedje wat toen ontstond is in 2012 gedeeltelijk vrijgemaakt van wilgenopslag en struiken om zo de natte duinvalleien meer ruimte te geven. Zo rond het begin van deze eeuw is ook nog het grondwaterpeil omhoog gekomen doordat er minder grondwater werd opgepompt. En sinds dit jaar worden aan de Oostzijde honden geweerd. Alles bij elkaar heeft dit geleid tot een gebied waar vele orchideeën zich thuisvoelen en zijn opeens ook wat zeldzame soorten opgedoken. De Rietorchis
is uiteraard ook hier te vinden. Zijn paarse bloemen tussen de gele bloemen van de grote ratelaar vallen onmiddellijk op.
Een andere soort die je hier in grote getale ziet is de Moeras wespenorchis.
Moeraswespenorchis
Het is een broer van de Brede wespenorchis, de meest algemene soort in Nederland.
Brede wespenorchis
De Moeraswespensorchis plant zich voor door middel van worteluitlopers. Als er dus enkele voorkomen vormen zich al vrij snel velden en een behoorlijke populatie. In deze jonge duinvalleien met veel schelpkalk en door het voedselarme, mineraalrijke grondwater voelt de Moeraswespenorchis zich hier prima thuis. Dan twee meer zeldzame soorten, allereerst de Groenknolorchis,
Groenknolorchis
die hier op het Kennemerstrand een van zijn weinige plekken heeft gevonden in Nederland. Hij is heel zeldzaam en ook Europees beschermd. En dan de Honingorchis,
Honingorchis
Honingorchis
klein maar met een bedwelmende honinggeur. U kunt er nu rustig aan ruiken zonder dat u bang hoeft te zijn dat een hond u bespringt, een minder prettige ervaring die ik een tijdje terug had. Maar het bloemetje is maar 10 cm hoog, dus ik moest door de knieën. Hij was in Nederland bijna verdwenen en staat nu op de rode lijst, hier dus te bewonderen. Dan langs de wegen aan de kust vind u de Brede wespenorchis, zoals gezegd, de meest algemene soort in Nederland, zo algemeen dat toen ik de gemeente Haarlemmermeer belde om te vertellen dat een exemplaar tegenover mijn huis bij het reguliere onderhoud was gesneuveld, mij werd verteld dat die zo algemeen is, dat de gemeente die gewoon meemaait dus dat ze niet voor mij konden betekenen. Dat geldt gelukkig niet voor het laatste exemplaar van vandaag, de Bokkenorchis.
Bokkenorchis
Bokkenorchis
Ook vrij zeldzaam. Het bladrozet wordt al in de winter gevormd en is vorstgevoelig. Reden waarom deze soort in Nederland nog niet veel is doorgedrongen, maar door de opwarming, schuift ook deze soort steeds verder naar het noorden. Dus zo maar opeens in de berm van de kustwegen kunt u deze beauty tegenkomen, een prachtig exemplaar om vandaag mee af te sluiten. Ik mis nog een paar soorten, zoals de uiterst zeldzame Harlekijn en de wat algemenere Grote muggenorchis, dus tips zijn welkom. Ik hoop u met deze korte rondleiding wat inkijk te hebben gegeven in de orchideeën van de kuststrook. Ga erop uit het is beslist de moeite waard.
door Henk | dec 7, 2019 | Blog, Natuur |
Paartje Kerkuilen
We naderen het einde van het jaar. Het is koud en regenachtig. Niet de beste omstandigheden om buiten te spelen. Soms nog wel een dagje in een vogelhut, maar om echt er op uit te gaan zijn de omstandigheden niet zo goed. Tijd om wat achterstand weg te werken. Ik heb al een tijdje niets op mijn website gezet, dus in de komende weken hoop ik die achterstand weg te werken. Begin juni ben ik naar de achterhoek geweest, op zoek naar de Kerkuil. In het Engels heet de kerkuil “Barnowl” en dat is misschien wel een wat betere benaming. Dit is namelijk de favoriete plek van de kerkuil.
Kerkuil close-up
Donkere hoekjes in gebouwen in de nabijheid van mensen. Jaren terug waren we in Limburg en boven de poort van het hof waar we logeerde woonde ook een Kerkuil. Ze zijn heel omgevingsgebonden en blijven veelal op dezelfde plek. Als je een kerkuil wilt zien of fotograferen moet je in de late avond zijn, als het donker wordt gaan ze op muizenjacht. Ze vliegen zoals alle uilen geluidloos en doemen dan opeens op als witte schim. Ze kunnen dan een ijzingwekkende kreet slaken die je de stuipen op het lijf jaagt. Om deze reden werden kerkuilen vroeger gezien als duivelse vogels en werden ze soms door boeren boven deuren gespijkerd om onheil af te wenden. De kerkuil was door een aantal redenen bijna verdwenen uit Nederland maar is nu bezig met een comeback. In de Achterhoek is een fotograaf die woont op een boerenerf met ook een oude schuur. Op dit erf huist ook een Kerkuil. In de winter wordt die bijgevoerd en door de goede zorg is er een aantal nesten succesvol grootgebracht.
dode muis
De fotograaf heeft een opstelling gemaakt die het ook mogelijk maakt de Kerkuil te fotograferen. Dus begin Juni op naar de Achterhoek.
Setting Kerkuil
Na een paar kopjes koffie namen we onze plek en werd het langzaam donker. De opstelling was verlicht met een aantal bouwlampen, maar de lichtomstandigheden bleven moeilijk, met hoge ISO waarden en lange sluitertijden.
Paartje Kerkuilen
De vogels hebben overigens geen last van het licht in de loop der tijd zijn ze er aardig aan gewend geraakt.Na een uurtje wachten diende zich de eerste uil aan, adem in en de eerste opnamen. In de loop van de avond/nacht kwamen ze een paar keer terug. Om 2 uur vond ik het genoeg en zocht ik mijn B&B op. Mijn fotopartner is gebleven tot de volgende ochtend en kreeg een lekker ontbijtje geserveerd. Samen hadden we wat mooie opnames van een vogel die we zonder deze gecontroleerde omstandigheden nooit hadden kunnen fotograferen. Een mooie ervaring rijker hebben we de volgende dag nog wat door de Achterhoek getoerd en genoten van de prachtige omgeving.
Kerkuil close-up
door Henk | apr 16, 2019 | Blog, Natuur |
Rietzanger
Afgelopen week op zoek in het Schinkelbos naar de Blauwborst. Het was een zonnige dag en de omstandigheden leken redelijk. We waren wel wat laat op de dag, maar toch maar een kansje gewaagd. Dat viel tegen. Niet alleen geen Blauwborst, maar ook bijna geen andere vogels. Een enkele Rietzanger en wat Rietgorzen.
Rietgors
V Vormig Profiel, een Kiekendief!
Een veel fotografen, bijna nog meer dan vogels.
Dus wat teleurgesteld richting huis, maar ja, dat is het leven van een natuurfotograaf. Het kan wat tegenzitten. Totdat er opeens in de verte het v-vormige profiel van een roofvogel in de lucht verscheen!
Een meteen daarna in het riet aan de rechterzijde van de weg wegdook. Een Bruine Kiekendief! Snel de auto neergezet en het raampje open. Mijn medefotografe had eretribune. Ik besloot uit de auto te stappen en het dak als statief te gebruiken. Zo hebben we wel een uur lang naar de buitelingen zitten kijken van een paartje Bruine Kiekendieven.
Bruinen Kiekendief – Mannetje
Bruinen Kiekendief – Vrouwtje
We hebben in Nederland vier soorten Kiekendieven, de Steppenkiekendief, de Grauwe Kiekendief , de Blauwe Kiekendief en de Bruine. Kiekendieven zijn in de lucht te herkennen door hun V-vormige profiel en de ‘vingers’ aan de uiteinden van hun vleugels. Hierbij hebben de Grauwe en de Steppen er maar vier en de blauwe en de bruine 5. Dus onze kieken waren de bruine of de blauwe. Verder zijn de mannen van de blauwe veel egaler van kleur. De onze waren dus de bruine. Ook zijn er van de blauwe maar enkele tientallen in Nederland. Dus die kans was sowieso minder.
Kiekendief jagend boven het riet
Kiekendieven jagen op gehoor, ze vliegen vaak enkele meters boven het maaiveld.
In de baltstijd, zoals nu maken ze vaak rare baltsvluchten hoog in de lucht. We konden dat wel waarnemen, maar fotograferen bleek toch een stuk lastiger.
En baltsend hoog in de lucht
Een ander kenmerk van de kiekendief is, dat ze zich als een blad naar beneden laten dwarrelen, richting nest. Dat was nog moeilijker scherp te krijgen. De autofocus van de camera blijft pendelen tussen gras en kiek. Nog wat meer oefenen dus.
De autofocus heeft het moeilijk met het verschil tussen riet en kiek
De kiekendieven werden ook belaagd door een paar kraaien. Hoewel de spanwijdte van de kieken behoorlijk is, is het toch een betrekkelijk kleine vogel. Ze boden wel partij aan de kraaien, maar die leken niet echt onder de indruk van snavels en klauwen.
Kraai en kiek geen goede maatjes.
Na dus een uurtje daar gezeten te hebben verscheen ook nog een paartje Torenvalken als kers op de taart. Dat was een mooie afsluiting van een onverwachte leuke middag natuurfotografie.
Kers op de taart, een paartje Torenvalken