De ringslang (Natrix Natrix) is een van de drie inheemse slangensoorten in Nederland (de andere twee zijn de gladde slang en de adder). De ringslang is een waterslang, die voornamelijk kikkers eet. Niet giftig en ongevaarlijk voor mensen (behalve een nogal sterke stank als je er een zou oppakken). In het westen van Nederland is de ringslang de enige inheemse slang. In deze streken kun je zelfs zonder de slangen te herkennen er vanuit kunt gaan, dat als je een slang ziet het de ongevaarlijke ringslang is. Niets dus om bang voor te zijn.
Zoals veel reptielen, was er de laatste jaren een sterke afname van het aantal ringslangen. De soort staat op de rode lijst. De gebruikelijke oorzaken voor achteruitgang: intensieve landbouw, verstedelijking, versnippering van het leefgebied en het verkeer. De eieren worden gelegd in hopen bladeren, composthopen e.d. Kenmerk is, dat er hierin broei, warmteontwikkeling moet plaatsvinden. Eigenlijk is het te koud in Nederland voor de eieren om tot ontwikkeling te komen, maar in deze z.g. broeihopen lukt het wel.
Er is ook goed nieuws. De benodigde broeihopen worden de laatste jaren speciaal aangelegd voor de ringslangen. Hierdoor is het aantal ringslangen rond Amsterdam in stijgende lijn. Zelf ringslangen zien: in het voorjaar als de temperatuur weet toeneemt bij de Diemerzeedijk bij Muiden. Of bij Natuurmonumenten in ’s Graveland. Ook de poeloevers bij Amstelveen, maar daar zijn ze wat lastiger te vinden.
Zeer de moeite waard, de ontmoeting met de Ringslang